Desertfest - Topacts naast opkomend talent

undefined, 16 oktober 2016

Met klinkende namen binnen de doom, sludge, stoner en aanverwante genres op het programma, namen die niet elk jaar naar ons land afzakken, was het niet verwonderlijk dat dit festival was uitverkocht. Op dag twee stonden topacts als Pentagram, Monkey 3 en de Franse parel Hangman's Chair zij aan zij met opkomend talent als 1000 Mods en Wolvennest.

Desertfest - Topacts naast opkomend talent

Black Mirrors mocht de tweede festivaldag openen op de Vulture Stage. Deze jonge, Brusselse band gaat voor een eigenzinnige versie van blues en garagerock. Op het podium zagen we virtuoze instrumentalisten. De gitaarsolo’s waren oorverdovend terwijl de drumsalvo's je in een diepe roes deden belanden.

Het meest in het oog springend was zangeres Marcella Di Troia. Deze jongedame beschikt niet alleen over een stem, die harten kan breken. Het onze lag dan ook in gruzelementen na het optreden. Haar podiumact en bezwerende danspassen deden je in een hypnose belanden waardoor het aanvoelde alsof je in een andere wereld terecht was gekomen. Ergens lazen we vergelijkingen met Janis Joplin en deze legendarische artieste was inderdaad nooit ver weg.

Maar Black Mirrors is en blijft een band. Want de solo's, die Pierre Lateur en Gino Caponi uit respectievelijk gitaar en bas toverden, en de knallende drumpartijen van Nicolas Scalliet maakten de nodige indruk. Net de kruisbestuiving van instrumentale huzarenstukjes en de adembenemende uitstraling van Di Troia, maakten van deze band alvast een mooie opener.

Op de Canyon Stage werd je overvallen door een indringende geur, vermoedelijk afkomstig van de kaarsen die op het podium stonden. Of was het de zwavel die uit de putten van de hel kwam? Met de daarbij horende doodshoofden voelde dit inderdaad aan als een trip naar de onderwereld. De zaal was verder trouwens in complete duisternis gehuld om het plaatje compleet te maken.

Wolvennest is een Belgische band, die psychedelische dark ambient combineert met al even duistere rock. Ook de keyboards kregen een bevoorrechte plaats toebedeeld. Meer nog: dat instrument zorgde ervoor dat de duistere sfeer nog intenser was. Binnen de band was bovendien elk aspect minstens even belangrijk. Niet alleen de bij momenten beklemmend mooie zang deed zich gelden, ook de duivelse, instrumentale invulling zette je aan de donkere kant van je ziel te verkennen.

Het enige wat ontbrak, was een altaar waarop satanische rituelen plaats konden vinden. Want Wolvennnest deed je op occulte wijze in de diepste kerkers van de hel belanden. Daarvoor hanteerden ze geen oorverdovend harde riffs, maar hielden ze het eerder bij subtiele klanken, die je als een sluipend gif overvielen Of hoe bij het verlaten van de zaal de zon pijn deed aan je ogen.

Purson, de band onder leiding van frontvrouw Rosalie Cunningham, koos ervoor hypnotiserende beelden te combineren met een psychedelische ondertoon om zo de fans te betoveren. Cunningham bleek niet alleen over een intrigerende stem te beschikken, haar uitstraling op het podium bedwelmde je ook helemaal. Puur muzikaal werd er teruggrepen naar de jaren zeventig en met name naar bands als het vroege Deep Purple en Jethro Tull vanwege de fuzzed-out gitaarlijnen Maar Purson durfde daarbij ook de grenzen te verleggen en die muziek in te passen in de huidige tijd.

Aan de Canyon Stage had de jeugd zich massaal verzameld voor 1000 Mods, een psychedelische stonerrockband, uit Griekenland. Vanaf het begin van de set zou blijken waarom. Deze jongens gaven de stonerrock namelijk een nieuw elan. Fans werden steeds opnieuw aangespoord om te dansen, te springen en vooral een knallend stonerfeest te bouwen. Keihard, meedogenloos en vooral heel luid knalden ze de ene vuurbal na de andere op de fans af. Even leek het wel of er een aardbeving op je afkwam, die de zaal op de funderingen deed daveren.

De energie, die van dit bandje afspatte, had zijn uitwerking op de meute jonge fans, die een moshpit inzetten en helemaal uit de bol gingen. Volgens het programma was er amper een half uur voorzien, maar 1000 Mods voegde daar gewoon nog twintig minuten puur geweld aan toe.

Badend in het zweet en buiten adem na de doortocht van deze Griekse furie, verlieten we met een brede glimlach de zaal. Deze band moest allerminst onderdoen voor de grote acts binnen het genre. Integendeel zelfs.

We kunnen er niet aan voorbij: de jaren zeventig waren met grootheden als Led Zeppelin, Black sabbath, Deep Purple, Rainbow en ander moois zijn een bron van inspiratie voor bands hedentendage. Die periode evenaren is haast onmogelijk, maar als een band er daadwerkelijk iets mee doet en het in een nieuw kleedje kan steken, dan zijn wij er als de kippen bij. Elder kunnen we na hun doortocht op Desertfest in deze categorie indelen. Vooral de gestroomlijnde riffs bezorgden ons de ene na de andere adrenalinestoot. Maar gedateerd klonken ze zeker en vast niet.

Instrumentaal slaat deze band spijkers met koppen. Menige, vaak langgerekte gitaarsolo zette aan tot hevig headbangen. En ook de acrobatische stunts van drummer Matt Couto, die zijn drumstel bewerkte alsof zijn leven ervan afhing, maakten indruk. Elder kreeg de handen dan ook moeiteloos op elkaar.

Technisch hoogstaande riffs ontaarden nogal eens in een vrij routineuze set. Maar Colour Haze, die muziek brengen die in het verlengde ligt van bands als Cream en Jimi Hendrix Experience, trapte niet in die val. Ook nu weer voelde het niet aan alsof de muziek van toen gewoon gekopieerd werd. Colour Haze deed je een deugddoende trip beleven naar het verleden, maar brachten dat alles met veel liefde voor dat verleden.

In het verleden kon de Franse doom en sludge van Hangman's Chair ons wel bekoren. Bij ‘This Is Not Supposed To Be Positive’ bleek vooral de weemoedige, haast depressieve sfeer te blijven hangen. En die duistere atmosfeer bleef op het podium gewoon overeind. Er zaten voldoende tempowisselingen in het geheel zodat je als luisteraar niet het gevoel kreeg dat alles dezelfde lijn volgde door de gevarieerde, instrumentale aanpak.

Na al die sombere sferen was het weer tijd voor en feestje. The Atomic Bitchwax kon ook rekenen op een overvolle zaal. Ook zij brachten knetterende stonerrock van de bovenste plank. Het publiek genoot met volle teugen. Ook deze bende liet zich door het genre niet beknotten en deed op zijn beurt het dak er compleet afgaan. Uiteraard speelden deze heren de jarenlange ervaring uit. Ze staan immers al op de bühne sinds 1993. Maar ze leken wel een stel jonge wolven, die spelplezier moeiteloos combineerden met ervaring, waardoor dit vast nog een tijdje zal blijven hangen.

Frontman "Dixie" Dave Collins van Weedeater toverde met zijn grappen en grollen een lach op eenieders gezicht, maar legde tegelijk de lat heel hoog. Het publiek genoot met volle teugen en omarmde de band met veel warmte. Voortdurend werd je murw geslagen door de salvo's van gitaar en drums. Maar door de ingekorte set bleef je een beetje op je honger zitten. Net op het moment dat het geheel ging ontploffen, was het plots gedaan. Hoe de fans ook riepen om meer, het kwam er niet. Alsof de kers op de taart ons ontstolen werd. Weedeater zette een, sublieme set neer, maar het orgelpunt ontbrak.

Het samengaan van de gemaskerde leden van Salem's Pot met muziek, die koude rillingen bezorgde, zorgde ervoor dat we voor deze band vielen. Bevreemdende geluiden deden je in psychedelische sferen belanden. Het donkere doomsfeertje van deze Zweedse groep en de al even duistere psychedelica stonden garant voor een soort freakshow. Een openbaring voor oog en oor, die vermoedelijke de nodige nachtmerries over griezelclowns en dergelijke zal opwekken, maar dat nemen we er graag bij.

Pioniers van de doommetal Pentagram waren waarschijnlijk verantwoordelijk voor een groot deel van de opkomst op deze tweede festivaldag. Frontman Bobby Liebling speelde daarin een belangrijke rol. Niet alleen beschikt hij over een stem als een klok, ook zijn podiumattitude was een streling voor het oog. De grijze haren, starre blik en bezwerende bewegelijkheid brachten de luisteraar telkens in vervoering. En dat alles vulde hij ook nog eens aan met de nodige kwinkslagen.

Maar Pentagram was veel meer dan die tot de verbeelding sprekende frontman. Liebling omringde zich namelijk met klasse-instrumentalisten, die als tovenaars de ene na de andere, hartverscheurende riff uit de instrumenten wisten te halen. Zonder die technisch hoogstaande muzikanten zou Liebling staan roepen in de woestijn.

Pentagram zette de puntjes op de i en liet zien en vooral horen dat de hoogdagen nog niet voorbij zijn.

De heren en dame van Electric Citizen brachten een potje heavy metal zonder daar veel woorden aan vuil te maken. Opnieuw was er een frontvrouw, die menig hart sneller deed slaan. Hier werden wellicht geen grenzen verlegd, maar schitteren in eenvoud deden ze wel met een heel mooie en luide performance.

Monkey 3 schrok er niet voor terug om postrock – de climaxen binnen het geheel – te versmelten met psychedelische stonerrock. Op het podium ontpopte deze band zich tot een wervelwind van uiteenlopende, meesterlijke stukjes muziek, die telkens opnieuw tot een indrukwekkende en hartverscheurende climax werden opgedreven.

Nog één keer was de Canyon Stage volgelopen om de magie te voelen van riffs die doordringen tot de kern van hart en ziel. Als afsluiter van de tweede festivaldag zorgden de Zwitsers nog eens voor een bom instrumentale energie.

Ook de tweede dag had ons helemaal kunnen bekoren. En de dag nadien stond er nog meer moois te wachten.

16 oktober 2016
Erik Vandamme (Snoozecontrol) – Foto: Bert Gysemans