A-Sun Amissa - Ruins Era

Gizeh

Ruins Era

Ligt het nu aan ons dat we jaren lang A-Sun Amissa ergens situeerden tussen avantgarde jazzcomponist Sun Ra en de doomnoise van de bands uit de zogenaamde Church Of Ra in? Hoe dat dan zou moeten klinken, hebben we ons nooit afgevraagd. Noch of die stelling in feite wel klopte. We konden er niet meer naast zitten. Want hoewel het muziekcollectief rond Gizeh-labelbaas Richard Knox ook wel enkele platen liet verdelen door het Gentse Consouling Sounds en Colin H van Eeckhout reeds deel uitmaakte van Knox' vele projecten, is deze filmische, apocalyptische drone-postrock toch wel een andere muzikale categorie.

Het is natuurlijk een vaak uitgesproken stelling, maar ‘Ruins Era’, de negende volwaardige A-Sun Amissa-plaat, zou het meest ambitieuze werk tot op heden moeten zijn. Met inspiratie die niet meer in het filmisch-melancholische karakter ligt, maar in een soort van zware, doom-geladen ambient noise met wijde klanken en experimentele geluiden. De oorsprong van de plaat ligt bij het ontwerpen van een AV-installatie voor een kunstgalerij op basis van gitaar, klarinet, synth en zang. En daar groeide zowat heel deze zorgvuldig gelaagde plaat met zes knallers van tracks uit.

KNALLERS van tracks – inderdaad. En dan spreken we niet enkel over een dik twintig minuten durend en sterk evoluerend epos, maar over industrieel geladen, instrumentale molochs van traag pompende drones, hoog galmende klarinetnoten en duistere noiseregisters die dit licht-duister-spel ten top drijven. Dit is een plaat vol indrukwekkende impressies, waarin klassieke ingrediënten, trillende snaarnoise en digitale sfeermanipulaties elkaar op magistrale wijze aanvullen. Of waar je van minimaal naar maximaal gaat en weer terug.

Maar vaak vooral in de sector “maximaal”. Als in optimale noise-drone-composities die schreeuwen en brullen tegelijkertijd doorheen VU-meters waarvan de wijzers de knalrode zone niet verlaten. Zoals een kolossaal ronkend en grommend The Diamond Lodge, dat dertien minuten lang de prut uit je gehoorgang raast. Zeker geen schouwspel voor gevoelige oortjes of ondermaatse installaties.

Gelukkig zijn er ook de tochtige momenten van desolate, hoge tremelo gitaarnoten en trots versterkende, langzame grondtonen waarin het overdonderende karakter van ‘Ruins Era’ wijkt voor een soort van desolaat, dromerig bestaan. Waarin mooie fantoommuziek een tegengewicht vormt voor zwaar beladen (maar compositorisch wel correcte) chaos.

Nooit eerder spendeerde Richard Knox tijd aan het zoeken van de juiste geluiden en het manipuleren van geluidsbronnen doorheen pedalen, tussenversterkers en computergestuurde effectvervormers. Tot zijn bronnen vervaagden en een ongrijpbaar geheel van klanken overbleef. Misschien is de unieke zangpartij van Owen Jones (Wren) op het kolossale, eenentwintig minuten durende A New Precipice nog wel het enige dat min of meer in oorspronkelijke vorm is gebleven. Een zang die na elf minuten van aanhoudend slepende gitaaraanhalen trouwens als een heuse revelatie opduikt, maar ook op een ijselijke, getormenteerde manier Colin H van Eeckhout achterna hitst. En zo is de cirkel op een gekke manier toch weer min of meer rond.

15 februari 2024
Johan Giglot