Admiral Freebee - The Honey & The Knife

Play Out

Admiral Freebee heeft ons al van bij het begin kunnen bekoren. De debuutplaat van de groep rond Tom Van Laere was als een frisse wind over een in slaap gesukkeld muzieklandschap. Maar op zijn volgende platen wist de admiraal niet meer helemaal te overtuigen. Nergens vonden we de consistentie van die eersteling. Benieuwd of ‘The Honey & The Knife’ daarin verandering kan brengen.

The Honey & The Knife



Voor de nieuwe plaat koos Tom Van Laere weer voor Jo Francken, de producer die voor het geweldige geluid van zijn debuut tekende. En dat bleek een erg goede keuze te zijn. De plaat ontploft meteen met het heftige Blues For A Hypochondriac (Always Hoping For The Worst). De gitaarsolo in dit nummer getuigt van een agressie die aan Neil Young doet denken.

De stampende beat van My Hippie Ain’t Hip laat al evenmin iets aan de verbeelding over. De Admiral is terug en laat meteen zijn tanden zien. Deze song zou van de hand van Triggerfinger kunnen zijn. Pas na een kleine negen minuten pure adrenaline is het tijd voor een vintage Admiral Freebee nummer. Look At What Love Has Done is een atmosferisch opgesmukt pareltje in de trant van de beste songs op het debuut.


De single Always On The Run was voor ons eerlijk gezegd een beetje wennen. Dat funky slagje en die androgyne koortjes waren initieel niet echt our cup of tea. Maar bij nader inzien is dit nummer het keerpunt van ‘The Honey & The Knife’.

Hier begint “The art of walking away” niet alleen verlossend, maar ook een beetje treurig en bitter te worden. En dat dubbele gevoel overheerst de tweede helft van de plaat.
  In Home wordt het dan eindelijk duidelijk: “A home, a home / My kingdom for a home”, terwijl een stemmige dobro de tekst een melancholisch tintje meegeeft. Na een pauze gaat hij dan weer onverbiddelijk aan het rocken. Het slotnummer Green Light Shines zet de deur weer op een kier.

Dit album is duidelijk niet het laatste wapenfeit van de admiraal maar eerder een “wild dream of new beginnings”.

25 maart 2010
Dimitri Muylaert