Adrian Crowley - I See Three Birds Flying
Chemikal Underground Records
In Ierland is zowat iedereen muzikant. Als je daar dan het album van het jaar maakt zoals Adrian Crowley deed met zijn vorige plaat ‘Seasons Of The Sparks’, zijn de verwachtingen hoog gespannen, ook bij ons.

Die andere held, Ryan Adams, wees ons op het bestaan van deze Ierse bard met Maltese roots. In 2005 noemde hij hem "de beste singer-songwriter die je nog niet kent". En tot op de dag van vandaag geven we hem gelijk.
Er zijn weinig stemmen die zonder franjes of uithalen toch ontroeren en niet gaan vervelen, maar die van Crowley is er eentje van zeldzame zuiverheid. Zijn timbre is zacht en zijn dictie uitstekend, wat voor een singer-songwriter toch wel meegenomen is, want vaak zijn zij verhalenvertellers.
Een tijdje geleden liet Ayco Duyster op Studio Brussel haar bevallige oog al vallen op deze melancholische songsmid. En dat is een veeg teken. Na zes albums zijn er blijkbaar wel meer mensen die vinden dat Crowley meer aandacht verdient.
Dat hij die nog niet kreeg, heeft vele redenen. Maar eentje is wellicht het feit dat zijn songs zo fragiel zijn. Ze schreeuwen niet om aandacht, maar dienen zich met neergeslagen blik bij je aan.
Deze zomer kwam de eerste single uit dit album uit. The Saddest Song is een dot van een nummer, maar past absoluut niet bij juli en augustus. Dit is (weer) zo’n typische plaat die hoort bij een open haardvuur en fleece dekentjes. En dat is met de andere songs niet anders.
De arrangementen zijn perfect. Naast gitaar, hoor je strijkers, marxofoon, mellotron, piano en omnichord, allemaal mooi in balans met Crowleys stem. En de teksten zijn even delicaat als de muziek. Dat blijkt al uit de songtitels. Onze favorieten zijn opener Alice Among The Pines en Fortune Teller Song.
Wie houdt van mooie melodieën, een diepe, warme stem en poëtische liedjes zal dit jaar geen mooier album meer vinden dan dit. Wie het heeft voor avontuurlijke songs met ingewikkelde patronen en hier en daar een toefje noise, onthoudt zich beter. Tenzij je toch eens tot rust wil komen.