Adrian Crowley - Season of the Sparks

Chemikal Underground Records

Een opeenvolging van kabbelende songs, zo luidt de eerste indruk van 'Season of the Sparks', het vijfde album van Adrian Crowley. Maar enkele luisterbeurten later komen deze ogenschijnlijk eenvoudige nummers tot leven. Afkomstig uit het land van schapen, Guinness en folk levert deze singer-songwriter een zeer sterk album af.

Season of the Sparks

Crowley start zijn verhaal met Summer Haze Parade, dat qua melodie vrij traditioneel overkomt, al hoeft die term niet negatief te worden opgevat. Met 'traditioneel' doelen we immers op de heupbewegingen die dit nummer oproept: de belletjes op de achtergrond laten het album luchtig en opgewekt starten, waardoor de luisteraar een “traditioneel” pastoraal herderslandschap voor zich ziet. Ierse schapen zijn nooit ver weg. “Summer came quick. ... Where the black branches breech all covered in vines”. 

En traditioneel/pastoraal blijft het ook op de rest van de plaat, want verder passeren ook nog paarden en rivieren tijdens Horses Like To Dream All Night - misschien wel het minste nummer van dit schijfje. En ook de titels Squeeze Bees en Seazons of the Sparks doen onze fantasie de natuur in dwalen.

Crowley bespeelt met gemak gitaar, piano en harmonium, maar heeft bovenal een indringende stem die ons op dit album sterk doet denken aan Leonard Cohen. Luister maar naar de frasering en het timbre in Swedish Room of The Beekeepers Wife.

De strijkers en cimbalen voltooien bovendien de spanning die Crowley telkens opnieuw probeert op te roepen. Netjes weggemoffeld tussen de gitaar of de piano en de zang voegen ze een extra portie dramatiek toe aan het diepe stemgeluid. 

Het lijkt alsof boven de lommerrijke herderswereld van opener Summer Haze Parade steeds een hevig onweer kan losbarsten. En ook de frasering in de zang en het strijkersarrangement tijdens Pay No Mind deden ons wat denken aan Sleepless van The Decemberists, dat op ‘Dark Is The Night’ prijkte en eenzelfde effect creëert: de aankondiging van een uitbarsting die er nooit komt.

Deze langspeler werd een gevarieerd album. Stevig geworteld in de Ierse omgeving, nu eens dreigend, dan weer luchtig, maar steeds doortrokken van Crowleys oprechte, diepe stemgeluid is deze plaat een lust voor het oor. Maar geef het alstublieft enkele luisterbeurten.

9 december 2009
Mattias Devriendt