Agnieszka Swita - Sleepless

Festival Music

Het moest er eens van komen: door al dat heen- en weergereis tussen Engeland en Polen werd toetsenist Clive Nolan (Arena, Pendragon) de ideale talentscout voor nieuw, progressief geweld in het voormalige Oostblokland. De vetste vis - nou ja, vet… - die Nolan wist te vangen, is zangeres Agnieszka Swita. Hij rekruteerde haar voor zijn Caamora-project en onlangs nog het bijzonder fraaie ‘Alchemy’. Ofschoon la Swita al jaren meedraait, is ‘Sleepless’ haar echte solodebuut. De noten en de woorden, alle inkt komt uit haar koker.

Sleepless



Het conceptverhaal is een dystopische sciencefictionthriller, waarin een buitenaards wezen naar de aarde gestuurd wordt om over de toekomst van het menselijke ras te beslissen. De epische productie - die voor een natuurlijke albumflow zorgt - deed Swita in collaboratie met Nolan. Dus zijn stempel staat uiteindelijk wel stevig gedrukt. De heldere mix met een mooi evenwicht tussen neoprog en progmetal komt natuurlijk van Karl Groom. Bovendien horen we een gedreven band met gitarist Steve Harris (arK, Paul Menel), bassist Andy Faulkner (Jump) en drummer Dave Mackintosh (Dragon Force). Vooral de ritmesectie geeft deze muziek een powerboost.

En die kracht ligt uiteraard ook in de zanglijnen van Swita. Een Pools accent is nauwelijks te horen, de frasering zit goed, elk vers klinkt als een klok. Zangtechnisch is zij een aanwinst voor de progrock. Haar lyrics dissecteren het leven tussen donker en licht, leven en dood, eenzaamheid en hoop.

Opener Something To Believe komt meteen met een narratieve expositie, maar dan wel één verpakt in een meezinger. De song bevat een emotioneel appel van Swita: “Can you hear me calling? / Give me something to believe in / (…) Can’t you see I’m drowning now?”

Een ruimtewezen geeft gehoor aan haar oproep; de ontsluiting van onze wereld aan hem is het thema van het drieluik Cosmo. In het eerste deel (Code Of Humans) ontdekt het wezen de verschrikkelijke waarheid over onze planeet: “It’s the world of self-destruction, it’s the world of broken dreams / Full of evil and corruption, guided by the lust and greed / You are taught the code of humans.”

Hierdoor niet afgeschrikt, sluit hij een verbond met vrouwe Swita: “Now that you’re here from the other side / Together we stand, together we fly.” Het is nu wel duidelijk dat de pessimistische cultuurvisie die van Swita is, wat van ‘Sleepless’ een erg persoonlijke plaat maakt. Daarom roept hij haar in het slot van Cosmo op om bij hem in ballingschap te gaan: “Asylum – I can hear you when you beg / Cry, cry to me, you’re almost there.”

Maar Swita moet eerst haar missie afmaken op aarde. Borderland is een powerballad met gitaararpeggio’s in de hoekdelen; hier wordt hun bondgenootschap uitgediept: “And we kept marching hand in hand / Until we reached the shores of borderland / (…) we’ve been waiting for so long / To see the sign.” Meteen krijgt het verhaal Bijbelse allures.

Maar de tocht ligt bezaaid met valstrikken (Trapped): “This room has been trapped / Between darkness and light / My eyes won’t adjust to this night.” Muziek en lyrics komen nu in gotisch vaarwater terecht. De verhaalstof wordt redelijk obscuur – ook letterlijk. Maar het belangrijkste is dat Swita er de vaart en de spanning flink weet in te houden, tot aan het finale titelnummer. Dit zinderende slot is overigens het enige dat door Nolan geschreven is. De Britse klanktovenaar zet er wel de kroon mee op het werk. “It’s good to be awake!”, zingt Swita ten slotte. Wakker blijven, het vergde bij de luisteraar geen enkele inspanning. Respect voor de artiest! 

28 januari 2015
Christoph Lintermans