Akron/Family - Sub Verses

Dead Oceans

Net als je dacht dat je alles nu wel gezien had van Akron/Family, zijn ze daar weer. En opnieuw weten ze je dan te verbazen met… ja, waarmee eigenlijk?

Sub Verses



Ze lappen het elke keer weer. Steeds opnieuw als je een nieuwe plaat van dit drietal in de bus krijgt, vraag je je af wat je hier in godsnaam nu weer mee moet aanvangen. Maar een paar luisterbeurten verder – dat ben je jezelf en hen tenslotte verplicht – zitten die rare ritmes, vreemde wendingen en geschifte teksten weer onder je huid, ben je dat rare gekriebel gewend en raak je verslingerd aan dat eczeem rond je oren.

Niks geen geleidelijke inleiding in dit nieuwe level van Akron/Family. Je wordt welkom geheten met drumroffels, die al meteen de raarste kronkels doen vermoeden, die je doen afvragen waar nu precies het begin en het einde zit. Er zijn nog steeds die folkinvloeden, maar het experiment viert meer hoogtij. De ellenlange gitaarfeedbackoutro van opener No Room is daarvan een exponent.

De percussie is bijzonder aanwezig op deze ‘Sub Verses’. Dat hoor je al meteen in No Room en het blijft een constante door zowat de hele plaat heen. En uiteraard draagt dat bij tot dat weg-van-de-snelweg-gevoel dat Akron/Family je steeds opnieuw geeft. In Way Up drammen de drums door, ondersteund door vlagen elektronica, die zo bij Vangelis lijken te zijn weggekaapt. En in elke andere song is er wel één of ander percussief fantasietje terug te vinden.

Het folkaspect viert hoogtij in het haast lieflijke In The Morning en verderop in het dronkemanslied When I Was Young, waarin de heren hun verdriet (“I don’t ever want to get left alone”) verdrinken in wahwah-gitaren. De melancholische saxofoon zorgt in dat laatste nummer trouwens voor de afwerking.

Ook doorspekt met diezelfde volkse gegevens is Whole World Is Watching, dat zo kan worden gebruikt op folkdansavonden. Best wel even de dansers waarschuwen vooraf. Want dit vraagt toch enige gewenning en we zouden niet willen dat de zaal meteen leegloopt, zelfs al valt dit, naar Akron/Family-normen nog mee. Of zijn wij inmiddels al te geconditionneerd?

Hoogtepunt van de plaat is het duo Sand Talk, even verder lichtjes hernomen in het meer schimmige Sand Time. Van het moment dat de gitaren beginnen te raggen en de drums met rare, bijna afgehakte ritmes invallen, even verder ondersteund door de bas, beginnen wij al door de kamer te hoppen. Koren op de experimentele molen van dit trio, die hiermee op een podium ongetwijfeld weer de gekste dingen gaan uithalen. Sand Time is misschien iets meer ingetogen, maar teert toch ook op dezelfde groove inclusief uitgelaten drums.

Enkel afsluiter Samurai maakt het ons even moeilijk, ook al omdat Seth Olinsky’s stem niet meteen de meest boeiende is. Maar Holy Boredom, dat is slechts een minuscule zonnevlek op een verder schitterende zon, waaronder flowerpower hand in hand gaat met experimentele rock en waar wij graag drie kwartier (en langer) vertoeven.

16 mei 2013
Patrick Van Gestel