Ali Farka Tour - Savane
World Circuit Records
Enkele maanden geleden overleed Ali Farka Touré aan botkanker. Hij is hier misschien nog het bekendst door zijn avontuurlijke samenwerking met Ry Cooder. Het was in ieder geval tot nu toe zijn meest verkochte en meest bejubelde cd (en we hebben het hier over het album ‘Talking Timbuktu’). Met ‘Savane’ maakt de Malinese koning van de woestijnblues zijn muzikaal testament.

Met de dood voor ogen maakte Ali Farka Touré deze cd. En nog maar eens wordt duidelijk dat de wortels van de blues in het oeroude continent Afrika liggen. Bij leven droeg hij al de bijnaam de John Lee Hooker van Mali of nog "The king of the desert blues singers". Maar op ‘Savane’ doet hij veel meer dan zomaar blues spelen. Dit is rauwer, echter. Repetitieve muziek, zoals blues dat ook soms is, maar hier klinkt er meer wereldmuziek doorheen. Alleen wanneer een eenzame sax of een elektrische gitaar gebruikt wordt komen de westerse invloeden naar boven.
En dat we niet zo erg veel van de teksten begrijpen (niets eigenlijk..) is niet eens zo erg want instinctief voel je toch wel aan dat Ali Farka Touré de blues heeft en over de dingen des levens zingt met een zekere weemoed maar ook met een vastberadenheid die hoogstwaarschijnlijk eigen is aan een man die zojuist zijn doodsvonnis heeft gekregen.
De songs overschrijden met gemak de vier minuten, hier en daar zelfs de zeven minuten maar nooit begint dit te vervelen. De liedjes zijn dan ook bijzonder rijk aan beelden en met veel ruimte voor de eigen verbeeldingskracht.
Het titelnummer Savane doet sterk denken aan Love Sick van Bob Dylan maar dan in een soort Afrikaanse versie. Vreemd is dit niet. Dylan is diep in zijn hart immers ook een bluesman pur sang en heeft ongetwijfeld ooit dezelfde inspiratiebronnen aangeboord.
‘Savane’ wordt nu al door de verzamelde (wereld)pers als zijn beste plaat bestempeld en zelfs ‘album van de eeuw’ genoemd. Allicht is dit voor een groot deel marketingpraat maar in het geval van deze cd is het niet eens overdreven. De mooiste uitspraak komt van Martin Scorsese die nog maar net een documentaire over de blues gedraaid heeft. Hij noemt ‘Savane’ het DNA van de blues.
Voor de eerste keer in zijn carrière maakte Touré deze opnames samen met de N’goni band, de groep waarmee hij de laatste jaren steevast op tournee was. Het gebruik van rudimentaire banjo’s en andere snaarinstrumenten van deze groep doet hem de groove (her)ontdekken. En daarmee zijn we terug in de jaren dertig, bij de eerste opnames van Robert Johnson en de houten huisjes naast de machtige Mississippi rivier.
Met de honden van Hades in zijn spoor zet hij nog één keer de puntjes op de i. De mooie afsluiter Njarou, een landbouwersklaagzang, vat het allemaal nog eens mooi samen, in zijn eigen tempo, in zijn eigen tijd.
Als fameuze laatste boodschap kan dit tellen, een mooier testament kan een artiest zich niet inbeelden. Een waardig monument voor een grote mijnheer die bij leven al een legende was en die status zal door ‘Savane’ alleen nog maar groter worden.