Alif - Aynama Rtama

Nawa Recordings

Het is al even geleden dat een albumhoes ons intrigeerde en benieuwd maakte naar de muziek. En dat is net wat de uit de Arabische ondergrond ontstane band Alif bewerkstelligt. Zij brachten recent op Nawa Recordings hun debuut ‘Aynama Rtama (Wherever It Falls)' uit. Het vijftal maakt op dat album meteen indruk.

Aynama Rtama



De band ontstond al in 2012. Ze hebben dus ruimschoots de tijd genomen om hun debuut af te werken. En dat loont. Het album werd in 2014 opgenomen, afwisselend in Beirut en Caïro en de band liet zich hiervoor bijstaan door ervaren lui. Ali Chant, (PJ Harvey en John Parish) nam de mix voor zijn rekening en John Dent (Massive Attack, Nick Drake, Bob Marley, Yann Tiersen,..)  deed de mastering. Zelfs voor een rock-'n-rollband is Alif een wat vreemde groepsnaam. Voor de muziekkwissers: het letterwoord Alif refereert naar de eerste letters van het Arabische alfabet.

Qua groepsbezetting is er een behoorlijk interessante setup voorzien. Er komen wat exotische instrumenten aan te pas zoals de oud (Khyam Allami) en frontman Tamer Abu Ghazaleh neemt regelmatig ook de bouzouk ter hand. Verder horen we Baran Fashan op bas en mag Maurice Louca naast het bespelen van keyboards ook stoeien met elektronica. Alif heeft met Khaled Yassine overigens een behoorlijk goede drummer te pakken.

Het knappe aan deze plaat is dat de band heel expliciet elke vorm van labeling of beschrijving afweert. Hun muziek is een eclectisch geheel waardoor het zelfs voor doorgewinterde luisteraars moeilijk is om invloedssferen te traceren. Wel is duidelijk dat het kwintet, lyrisch gezien, inspiratie haalt bij hedendaagse, Arabische poëzie. Meer bepaald gebruiken ze tekstmateriaal afkomstig van onder meer de Irakese dichter Sargon Boulus (1944-2007) en de iets bekendere Palestijnse dichter Mahmoud Darwish (1941-2008).Ja, het is wereldmuziek; of misschien eerder onwereldse muziek. Er valt niet direct uitsluitsel over te geven. Al van bij opener Holako (Hulagu) horen we stevig uit de kluiten gewassen, bluesy rock die vaag verwant is aan Led Zeppelin (toen Page en Plant inspiratie vonden in verre, exotische landen). We horen donderende drums en een band die op scherp staat.

De band integreert ook hedendaagse elektronicasounds, zoals te horen is op Dars Min Kama Sutra (A Lesson From Kama Sutra). Dit nummer neemt zijn tijd en verleidt de luisteraar langzaam totdat deze zich noodgedwongen moet overgeven aan het muzikale talent van Alif. Fraai hoe de band een boeiende, rockerige mélange maakt van westerse en oosterse elementen. Al Juththa (The Corpse) is dan weer een uitgesproken moment van rust dat zich traag maar gestaag bloot geeft.

De grote sterkte van de band is dat ze aan de slag gaat met complexe ritmiek (bijvoorbeeld elektronische percussie) en die dan aanvult met onconventionele instrumenten (oud, bouzouk) waardoor er een uniek groepsgeluid ontstaat. Zeker als de band, zoals tijdens L’Itiraf (Confession), een meer donkere, agressieve sound (Arabische blues meets grillige elektronica) neerzet.

Alif blijft nieuwe invalshoeken voor zijn aparte sound bedenken; zo blijkt onder meer uit Al-Khutba Al Akhira (The Last Declamation) en Watti Es-Sawt (Keep It Down), waarin de band zichzelf als het ware van het eigen vocale en muzikale keurslijf lijkt te willen bevrijden. De eerste is zelfs huiveringwekkend knap qua vocale prestatie en zonder meer een van de hoogtepunten. En zelfs al gaat het vijftal aan de slag met een Lullabye (Yalla Tnam), dan nog is het eindresultaat nergens minder dan boeiend.

Helemaal op het einde stelt de band de vraag wat ons bij hen brengt (Eish Jabkum Hon - What Brings You Here). Wel, een bijzonder aangenaam debuut dat het, op basis van zijn muzikale en artistieke verdienste, waard is om bij het brede publiek gehoord te worden. We wensen het hen alvast van harte toe en hopen hen graag live aan het werk te zien. Op Sfinks Mixed 2016, bijvoorbeeld?

31 oktober 2015
Philippe De Cleen