Andy Jackson - Signal To Noise

Esoteric Antenna

‘Signal To Noise’ klinkt alsof Pink Floyd na ‘The Endless River’ nog een verrassing uit de keukenkast heeft gehaald. Andy Jackson is op de woonboot van Dave Gilmour alvast vaker op de thee geweest dan Roger Waters en heeft in de koekjestrommel mogen graaien. Onderaan moet nog een demo gelegen hebben. En na het zorgvuldig uitplukken van de kruimels en het spoelen, veranderde het bandje in Andy Jacksons handen alsnog in hoorbaar goud.

Signal To Noise



Alle gekheid op een stokje, zo is het dus niet gegaan. Maar Jackson, die zijn carrière als geluidsingenieur in de Londense Utopia Studio’s begonnen is, deelt met zijn mentor James Guthrie tot vandaag de cockpit van de Pink Floyd-sound. Sinds Guthrie hem gevraagd had voor de film van ‘The Wall’ (1982), zat hij achter de knoppen van - even ademhalen - 'The Final Cut', 'A Momentary Lapse Of Reason', 'The Division Bell', 'Pulse', ‘The Endless River’, Roger Waters' 'The Pros And Cons Of Hitchhiking', David Gilmours 'About Face', 'On An Island' en 'Live In Gdansk'.

Voor de Floyd-fans moet dit album een feest van herkenning zijn, ofschoon alles hier gespeeld wordt door de geluidsman. Waarom ook niet? Jackson is een begenadigd gitarist en moest Gilmour dus niet vragen om een gitaarsolo. Enkel de zang stijgt nauwelijks boven de middelmaat uit. Maar goed, Jackson besliste het in zijn dooie uppie te doen en heeft werkelijk alles uit de kast gehaald. Misschien was het wel een sisyfusarbeid, want Jackson vroeg de Amerikaanse kunstenaar Michael Bergt voor het coverontwerp. Voelde Jackson zich als "Sisyphus sleeping" na deze helse karwei?

Maar het schilderij van Bergt verwijst in eerste instantie naar de track One More Push: “I dreamt I’d broken free / from the prison of my mind / but when I woke it was wholly back / one more time / roll the rock forever upwards, forever up.” De song handelt over wat werkelijk belangrijk is en bekritiseert het materialisme en hedonisme.

Ook in The Boy In The Forest – een kritiek op het routineuze leven van de westerse mens – moeten we ons bevrijden van deze mentale gevangenschap: “Worn down by the humdrum the boy is now lost / but finding himself by the stream / forgives himself for all his falls / the man in the forest remembers to dream.” Net als Sisyfus in Bergts schilderij moeten we slapen om te dromen waar we onszelf echt kunnen terugvinden. The Boy In The Forest gaat aldus over het verlies van onze kinderlijke onschuld en onze uiteindelijke bevrijding. Het woud - waar de jonge Jackson opgroeide - is al zo lang een literaire metafoor (denk aan het sprookje) voor het onderbewustzijn.

Invisible Colours is een fantasie waarin de zeven noten van de toonladder zichtbaar worden als de zeven kleuren van de regenboog. Een zintuiglijke vermenging van horen en zien. De stijlfiguur is hier de synesthesie, zoals we die ook kennen uit de teksten van Syd Barrett. Even bizar zijn de verzen in Spray Paint, die Jackson op graffitimuren ontdekte. Ondanks de hang naar alwetendheid van de Google-generatie weten we niet wat die betekenen.     

Ook in It All Came Crashing Down is taal een thema. De structuren die we in ons leven opbouwen, worden eerst letterlijk en vervolgens metaforisch beschreven. Maar uiteindelijk vallen ze één voor één om. De laatste zin is ook de albumtitel. Jackson vertaalt ons leven naar een signaal-ruisverhouding (SNR of Signal to Noise Ratio): het leven wordt gemeten aan de kwaliteit van een signaal waarin een storende ruis altijd aanwezig is. Hoe we die ruis uit ons dagelijkse gangetje gebannen krijgen, is de kernvraag waarmee het album ons confronteert.

4 februari 2015
Christoph Lintermans