Andy Stott - Faith In Strangers
Modern Love
Kinderen mag je nooit opsluiten in het bezemhok als ze kattenkwaad uitsteken. Geen idee of het Andy Stott ooit overkwam. Zijn muziek klinkt in ieder geval als een sluimerend jeugdtrauma dat zijn weg naar buiten zoekt. Duister, soms agressief, vaak desolaat. Hoewel hij al een paar jaar tot de nieuwe lichting technoartiesten wordt gerekend, klinkt deze ‘Faith In Strangers’ veel ruimer dan wat hem opgespeld wordt. Een absolute aanrader voor uw donkere zieltje.

De artiest uit Manchester is niet aan zijn proefstuk toe. Dit is zijn derde langspeler. De vierde zelfs als je ‘Unknown Exception’, een verzameling van ep’s, meerekent. Verruimend is het alleszins. Hij vindt het midden tussen ambient, hip hop, elektronica, dub en techno. Zijn klankarsenaal is bij momenten adembenemend. Synthesizers die uit een laboratorium stammen, field recordings, overstuurde beats en verdachte vocalen van Alison Skidmore, die je ook op vorig werk al hoorde.
Skidmore komt hier en daar opduiken. De eerste keer, na de onheilspellende opener Time Away, in Violence. De titel laat allicht al uitschijnen dat het niet de liefde en romantiek bezingt. Tenzij u er kinky hobby’s op na houdt. En toch klinkt dit ook verdomd sexy. De apocalyptische bassen en ijzige elektronica mogen je dan de kast opjagen, die half fluisterende stem houdt je onderwijl in een wurggreep. On Oath is op dezelfde wijze verslavend. Faith In Strangers zou meteen ook een ode aan Aphex Twin kunnen zijn.
En ook bij Damage passeert de naam van een elektronicabrein in onze gedachten. De hip hopachtige bassline zou misschien niet misstaan bij M.I.A., de “look” behoort veeleer bij Autechre. De manier waarop elk geluid doordacht en met precisie aan gruzelementen gehakt wordt is op z’n minst bewonderenswaardig. Als je “gehakt” geweldig vindt, check dan zeker How It Was. Dit komt rechtstreeks en vers uit de kelder van een beenhouwerij. En het is nog simpelweg mooi ook.
Science And Industry is mooi en rustgevend en hyperkinetisch tegelijkertijd. Beats stuiteren aan hoog tempo onze kamer rond terwijl duistere synths en dito vocalen je heen en weer wiegen. Dat dubbele gevoel zit ook in No Surrender, dat zowel retrofuturistisch als surreëel klinkt.
Of hoe Andy Stott met stukjes uit verschillende puzzels gewoon een nieuwe compositie maakt. Prachtig album dat je best niet in de woonkamer laat rondslingeren wanneer de kinderen alleen thuis zijn. Je spaart er de kosten van de psycholoog mee uit.