Arc Iris - Arc Iris

Bella Union

Een plaat in huis halen omwille van het verleden van een artiest kan lonen, maar je kan er ook een serieus blauwtje mee oplopen. Fans van The Low Anthem wezen daarom gewaarschuwd: beluister best het album van Arc Iris, het nieuwe project van Jocie Adams, eens voor. Want op het titelloze debuut is de sublieme mix van pure hymnes en heftige rock ver weg.

Arc Iris



Het begint allemaal nog lieflijk en enigszins herkenbaar met het huppelende, anti-kapitalistische Money Gnomes waarin een banjo naast wat schetterende blazers en een parelende piano mag figureren.

Vanaf Lost On Me gaat de plaat echter steeds cabaretachtiger klinken. De bio citeert invloeden van Led Zeppelin, Grizzly Bear, Joni Mitchell, Dirty Projectors, Miles Davis en Chopin, maar daar gooien wij nog wat Kate Bush, ‘Sovjet Kitch’-gekte (Regina Spektor) en veel musical- en cabaretschatplichtige klanken tegenaan.

Whiskey Man biedt nog even wat folky tegenstand. De geweldig mooie intro op cello doet al het beste verhopen en de volgende drie minuten zitten we dan ook met rode oortjes te luisteren. Terechte single, want absoluut hoogtepunt!

Maar vanaf Canadian Cowboy gaat het de verkeerde kant uit. De intro met piano is mooi, maar dan begint Adams met hoge uithalen te zingen. En hoe verder het nummer vordert (en dat doet het meer dan zes en een halve minuut), hoe meer het op ons systeem begint te werken.

Maar nog erger wordt het met Singing So Sweetly waarbij we ons middenin een saloon wanen ergens in het begin twintigste-eeuwse New Orleans en het doowop-koortje van Ditch draagt vreemd genoeg ook al niet bij tot een beter humeur.

Dat keert weer bij het klassiek aandoende Honour of the Rainbows I en deel II is een nieuw hoogtepunt, maar echt lachen kunnen we pas bij Powder Train dat wel een zusje lijkt van Houston Train van Houndsmouth dezelfde zuiderse feel dankzij de lapsteel, hetzelfde thema  en een Adams die terug gloedvol zingt.

Ook het trage, spirituele Might I Deserve To Dream, dat wat doet denken aan St. Vincent door de vervormde gitaar, klinkt verleidelijk, maar afsluiter Swimming zouden we halfweg weer het liefst iets meer dan drie minuten onder water houden wegens net iets te carnavalesk.

Arc Iris durft af te wijken van de platgetreden paden en dat is zeker een verdienste. Maar zulks gaat toch nog het best met enige omzichtigheid gepaard. Anders gaat het Senna-gewijs al eens mis in de bochten. Ideeën te over op dit debuut. Misschien wel iets te veel. En dit in contrast met het knappe, sobere artwork.

Arc Iris speelt op zaterdag 17 mei op Les Nuits Botanique.

29 april 2014
Marc Alenus