Band Of Horses - Infinite Arms
Columbia Records
Het is altijd wel uitkijken naar een nieuwe plaat van Band Of Horses, de groep rond Ben Bridwell. Sinds hun debuut in 2004 staat de band garant voor bijwijlen pakkende countryrock zoals we die ook van Gram Parsons en meer recent van Wilco kennen. Het op Columbia uitgebrachte ‘Infinite Arms’ is ondertussen al hun derde worp en deze plaat zou wel eens de deur kunnen openzetten naar het grote publiek.

Die overstap lijkt meteen duidelijk op de met strijkers beladen opener Factory. Ondanks het weidse geluid en de ruimtelijke harmonieën behoudt het nummer een gezellige warmte. Hoewel de song met een iets nederiger arrangement stukken smaakvoller zou klinken, kunnen we niet anders dan goedkeurend knikken bij deze versie.
De intimiteit die we bij de opener nog konden bespeuren is echter ver zoek op Compliments. Dit nummer is een rootsrocker pur sang maar blijft spijtig genoeg niet lang boeien. Laredo is daarentegen wel een schot in de roos. Lekker overstuurde gitaren vormen de basis voor enkele mooie zanglijntjes.
Hoewel er enkele sterke nummers te vinden zijn op ‘Infinite Arms’, is het algemene gevoel van de plaat eerder saai te noemen. Blue Beard begint veelbelovend met een paar mooie harmonietjes, maar het nummer verzandt snel in een vervelend sfeertje. Ook On my Way Back Home lijkt niet meer dan een voortkabbelend niemendalletje.
Vanaf Older lijkt de plaat weer wat interessanter te worden. Galmende gitaren doen denken aan The Byrds in hun countryrockperiode en de vocalen klinken weer wat meer “down to earth” dan op de rest van de plaat. Ook het akoestische For Annabelle kan ons bekoren. Dit keer zijn er geen pretentieuze arrangementen te bespeuren, enkel eerlijke aanvullingen die het nummer naar een hoger niveau tillen.
We hadden eerlijk gezegd meer verwacht van de nieuwe Band Of Horses. De doorstroom naar het grote publiek zal de band met deze plaat misschien wel maken maar of de nummers ook na de festivals nog blijven hangen, is nog maar de vraag.
Band Of Horses speelt op 19 augustus op Pukkelpop.