Ben Craven - Great & Terrible Potions

Eigen beheer

Soloprojecten van multi-instrumentalisten ontbreekt het meestal aan voldoende maturiteit. Alsof de vrucht in een te vroeg stadium geplukt werd. Dat komt omdat er niemand anders in de studio is om feedback te geven. Maar Ben Craven bewijst op 'Great & Terrible Potions' dat hij een album gerust in zijn eentje aan kan.

Great & Terrible Potions



De Australiër deed werkelijk alles zelf: zang, instrumenten, productie, mix en mastering. Zo behoud je natuurlijk het volledige overzicht over het proces. Craven is dan ook niet aan zijn proefstuk toe. In 2005 bracht hij onder de naam 'Tunesia' het album 'Two False Idols' uit. Twee jaar later publiceerde hij de ep 'Under Construction', voor het eerst onder eigen naam.  

Cravens grote voorbeeld is Trevor Rabin (ex-Yes), en dat hoor je. Het fraaie artwork van Roger Dean mag dan verwijzen naar de vroege Yesalbums, het totaalgeluid sluit veel dichter aan bij de periode '83 - '94, toen Rabin naast Jon Anderson de lakens uitdeelde.

Net als de Zuid-Afrikaanse duizendpoot is Craven niet voor één gat te vangen en mag men zich dus verwachten aan een mix van progrock, aor en cinema-achtig drama. De plaat is opgebouwd als een filmscore en die structuur verbindt alles met elkaar.

De piano-intro van Diabolique heeft je meteen bij je nekvel en het hierop volgende ensemblespel brengt een eerste thema aan. Nobody Dies Forever - sluw verdeeld over twee delen - profiteert van een lekkere jazzy groove, terwijl het ook vocaal zijn effect niet mist.

Het filmische Aquamarine staat instrumentaal als een huis en krijgt een geslaagd tegengewicht van het bluesy Ready To Lose (inclusief hammond en vocoder). The Conjurer is dan weer Floydiaans in al zijn vezels.

In de goeie, ouwe progtraditie zijn de langere stukken de absolute hoogtepunten. No Specific Harm is geconcipieerd als een drieluik. Het oriëntaalse voorspel - waarin Craven klinkt als Al Di Meola - omspoelt je als een weldadig bad. De vocale inbreng steunt op een briljant refrein. In de outro brengt Craven dan weer hommage aan David Gilmour.

Het titelnummer is al even episch opgebouwd en gaat over "the stuff prog dreams are made of". Het resultaat zal sommigen een overdonderende luisterervaring bieden. Voor anderen houdt het de kiezen vast aangenaam bezig. En dat volstaat om reikhalzend uit te kijken naar toekomstige releases van deze veelbelovende componist.

18 januari 2012
Christoph Lintermans