Bexar Bexar - Tropism

Own Records

Bexar Bexar, niet meteen de meest voor de hand liggende groepsnaam als je het ons vraagt. Echt lekker bekken doet het alvast niet. Ook de muziek is niet het soort dat je elke dag ter ore komt. Geen prefab-pop of mainstream rock, maar warmbloedige ambient opgetrokken met akoestische gitaar en tegendraadse, elektronische drones.

Tropism



Bexar Bexar (echte naam vooralsnog onbekend) begon naar verluidt met een rammelgitaartje, een oude analoge recorder en wat verminkte synthesizers. Maar waar op z’n debuut ‘Haralambos’ de synthesizers centraal stonden, lijkt nu, op ‘Tropism’, vooral de gitaar het klankenpalet te kleuren. De synthesizers en elektronica zijn nog steeds aanwezig maar zijn als het ware gedegradeerd naar een ondersteunende, opvullende rol.

 

Het klankenpalet van ‘Tropism’ verwijst ook naar de titel van de plaat. De gitaren klinken namelijk bijzonder zuiders en hartelijk, zoals die van José Gonzáles of Emiliana Torrini. Het verschil hier is dat de gitaren minder gefocust zijn dan bij die artiesten, ze ontsnappen met andere woorden aan het keurslijf van de traditionele songstructuren en nestelen zich al te graag naast hun freefolk-vriendjes. De gitaarpartijen van Bexar Bexar kabbelen zodoende onverstoorbaar verder zoals een klein bergbeekje, ze zweven door het ijle, overal en nergens heen, waar ze dan uiteindelijk botsen met de kale geluidsmuren die zijn opgetrokken uit elektronische drones, het soort waarin dan weer mensen als Fennesz en Final uitblinken.

Zuiders en hartelijk mag je hier evenwel niet begrijpen als vrolijk en zonnig. Zoiets beweren zou deze plaat onrecht aandoen, want al bij de eerste noten van pakweg Patterned Like Lovers of Listening To Your Party besluipt je een melancholisch en ietwat bevreemdend gevoel. Het is alsof je verzeild raakt in een droomwereld waarin alle gebroken harten en andere miseries op een warme, begrijpende thuis kunnen rekenen.

Zeer mooi allemaal, maar toch heeft ook dit album een zwakke plek. De achilleshiel van deze plaat is de sluimerende eentonigheid die je luisterbeurt na luisterbeurt overvalt. De songs op zich zijn stuk voor stuk aardige luisterevenementjes, maar de onderlinge variatie is minimaal waardoor het over de gehele plaat lijkt alsof je meer dan een half uur hetzelfde hebt gehoord. Het resultaat daarvan is dat de plaat naar het einde toe vermoeit en ons bijna dwingt het bed op te zoeken, alwaar we dan rustig zouden verzeilen in onze eigen droomwereld. De vraag is nog of dat een goede of slechte zaak is.

Het kan immers al eens heerlijk zijn om te verzinken in schijnbaar doelloos gitaargepingel dat verhuld gaat in een waas van elektronica. Zeker wanneer een woord als onthaasting deel uit maakt van je dagelijks vocabularium. ‘Tropism’ van Bexar Bexar is dan ook de ideale plaat om dat woord daadwerkelijk in praktijk om te zetten. Rust, aardsheid en dromerigheid, maar ook vervreemding en melancholie, vormen hier immers de hoofdingrediënten tijdens een zuiderse trip waarin wij al eens tijd vonden voor contemplatie en algeheel lamzakgedrag. Spijtig genoeg heeft die eerder vermelde eentonigheid ons enthousiasme toch wat gefnuikt. Wij blijven namelijk liever wakker bij het luisteren naar een plaatje.

8 november 2008
Ewoud Beirlant