Big Ups - Before A Million Universes

Tough Love Records

Soms komt er een punkband piepen die geweldig is, zonder dat je daarbij de vinger op de desbetreffende wonde kan leggen. Het New Yorkse Big Ups is zo'n band, maar we doen toch nog een poging om het onder woorden te brengen: een onverwachte trap in onze kroonjuwelen. Zo weten we weer dat we leven.

Before A Million Universes



Big Ups is een hardcoreband. Of een punkband. Of een posthardcoreband. Of postpunkcoreband. Samengevat: niemand die de eindjes echt aan elkaar weet te knopen, maar we blijven koppig proberen. Wat we horen is de meest indringende brok lawaai sinds de elektronische heggeschaar van uw buurman op zondagochtend. We horen flarden Fugazi en Minor Threat laag voorbij vliegen; de meer rustige momenten doen onmiddellijk aan Slint denken. We horen vooral niemand klagen.

In vergelijking met het vorige album ‘Eighteen Hours Of Static’ is er meer spoken word, iets subtielere en dynamischere nummers en nog hardere, emotionele ontploffingen. Zanger Joe Gallaraga heeft nog steeds een stem als een groene fluim op een bevroren trapleuning, maar klinkt op deze tweede worp iets meer afgemixt. We zijn er nog steeds niet uit of dit de band ten goede komt of de oprechtheid wat terug duwt. Gelukkig straalt hij nog steeds het aura uit van een zanger, die live met een microkabel het armpje afbindt, bloed op de vloer en kwijl langs de mondhoeken naar beneden laat druppelen en klaar staat om in een psychose te vallen.

Tijdens een nummer als Capitalized denken we zelfs aan System Of A Down, wanneer de gitaar krijsend de nek omgewrongen wordt en de muziek voor een seconde overgaat in volledige stilte, om dan vervolgens weer recht in het gezicht tot ontploffing over te gaan. Rauw, recht vooruit en kwaad op iemand, al doet er het helemaal niet toe op wie. Op andere nummers wordt het geduld dan weer ernstig op de proef gesteld met stijve, aanzwellende gitaarpartijen. Maar wie de aandacht laat verslappen, krijgt op het einde altijd een vlijmscherp scheermes tegen de keel geduwd.

Als studenten muziektechnologie aan de NYU zou je durven denken dat het agressieve en spartaanse geluid niet uit de buik komt, maar er gewoon is gekomen omdat er simpelweg zo'n band nodig is in deze tijden. Het verschil tussen een van nature opkomende gitaarbreakdown en een welgemikte, doordachte keuze voor het invallen van een gitaarpartijtje, is voor de luisteraar haast niet te merken, maar blijft wel in het achterhoofd spoken. Desalniettemin, wie in het holst van de nacht een wolf hoort huilen, gaat zich ook niet afvragen of hij het wel meent. Kippenvel verschijnt, zintuigen staan op scherp, schuilplaatsen worden opgezocht in hoge bomen. Een beetje vergelijkbaar met het gevoel dat deze plaat opwekt wanneer je hem bij volle maan oplegt.

Wie op zoek is naar een onberekenbare, dwalende, agressieve punkplaat heeft hiermee zeker en vast zijn meug gevonden. Als u ons nu wil excuseren, we moeten nog onze lange jeansbroeken met een schaar gaan degraderen tot slordige shorts. En onze rugzakken moeten nog volgenaaid worden met hardcorebandpatches. Alles komt terug, vooral als je er niet om gevraagd hebt.

Big Ups spelen op 6 april in Vk* Concerts.

26 maart 2016
Joris Roobroeck