Bill Wells & Friends - Nursery Rhymes
Karaoke Kalk Records
De immer productieve Schotse multi-instrumentalist Bill Wells liet enige tijd geleden al horen dat er een bijzonder album zat aan te komen. En dat bijzondere is ook te merken aan de uitgebreide gastenlijst op het nieuwe ‘Nursery Rhymes’ waaronder indiebands als Deerhoof, Yo La Tengo of soloartiesten als Norman Blake (Teenage Fanclub), Isobel Campbell (o.a. Belle And Sebastian, in duo met Lanegan, .. ) en vooral Karen Mantler.

Een album met donkere kinderrijmpjes, het is eens wat anders. En toegegeven, ondanks al zijn bizarre weirdness zit er wel iets in het concept. ‘Nursery Rhymes’ is vooral een vreemd album, uitgevoerd door een minstens even tot fronsen aanzettende cast. Een album ook dat door zijn opzet het resultaat is van een erg lang werkproces. Wells, vooral bekend om zijn werk met het Schotse Jazz Trio en Aidan Moffat (Arab Strap), bewerkte eerder al eens kerstmisliedjes naar een jazzier context, maar dit ‘Nursery Rhymes’ is echt ‘something else’.
Het album werd grotendeels opgenomen en geproduceerd in New York, omdat Karen Mantler (dochter van Carla Bley en Mike Mantler) zich daar bevond. De rest van zijn gastenlijstje verzamelde hij ter plekke: Blake liet hij uit Canada overkomen, Campbell bleek toevallig in de buurt en Mantler suggereerde enkele gastvocalistes zoals Syd Straw en Amy Allison. Ook muzikaal klikte een en ander mooi in elkaar: tot Wells’ grote tevredenheid sieren ook klassemuzikanten als Annette Peacock, Charlie Burnham en Bridget St John de credits. Hij steunt erg op de input van Yo La Tengo (die op zés van de zestien nummers een bijdrage leveren), al werd hij door die band ook duidelijk gemaakt: “please don’t underestimate what we can’t do”.
‘Nursery Rhymes’ is in zekere zin ook verontrustend, want Wells stript het kinderfgoed soms van zijn zoetglazuren laag en bewerkt het zodanig dat de luisteraar er zich op zijn minst ongemakkelijk bij voelt. Neem bijvoorbeeld een track als Ding Dong Bell, een op het eerste zicht onschuldig kinderrijmpje. Wells laat Bridget St John het nummer zingen vanuit het perspectief van een jeugdige dierenbeul of een kind dat zijn fantasie om iemand te vermoorden werkelijkheid wil zien worden.
Met maar liefst zestien nummers is de kans behoorlijk groot dat ook uw favoriet ertussen zit, of dat nu de charmante opener Three Blind Mice (met Karen Mantler & Yo La Tengo) of pakweg het korte, tot verwarring aanzettende Twinkle Twinkle Little Star (met Satomi Matsuzaki) is.
Zodoende krijgen we veel korte, maar bijzonder verleidelijke en in sommige gevallen behoorlijk sinistere nummertjes die zich wel érg dicht tegen de grens van jazzy variété aanschurken. Aan een verrassend poppy pianotune als Polly Put The Kettle On (een duet Amy Allison / Isobel Campbell) kan een mens zich verwarmen, terwijl Humpty Dumpty met dank aan Yo La Tengo en Amber Papini (Hospital) een speedy jazzjasje aangemeten krijgt.
Het korte Shoo Fly zet aan tot dagdromen, en dat doet ook het door Michael Cerveris ingezongen Hot Cross Buns of het wondermooie Rock A Bye Baby (merci Isobel C.). Verder stippen we graag Lavender’s Blue aan: heerlijk hoe de sfeer plots richting indie kantelt. Naar het einde toe horen we steeds vaker songs die zonder omwegen de ziel raken zoals Ring Around The Rosie, het ronduit sexy Hey Diddle Diddle of het fraaie eindpunt Ride A Cock Horse.