Black Mountain - IV

Jagjaguwar

De eerste noten van ‘IV’ maken het meteen duidelijk: dit is Black Mountain. En toch…

IV



Na een paar seconden te zijn binnengedrongen in opener Mothers Of The Sun breekt de gitaar van Stephen McBean al uit zijn hok. Maar dan is het ruim drie minuten wachten vooraleer diezelfde gitaar een splijtende solo door je hersenpan stuurt. Vreest niet: ook de stem van Amber Webber weet intussen wel te bekoren. De onheilspellende, donkere soundscape in de achtergrond is trouwens evenmin te versmaden. Wegdromen naar Jeff Wayne’s ‘War Of The Worlds‘ (die gesynthethiseerde fluit), maar dan met harde hand opnieuw de Black Mountain-wereld ingetrokken worden. Jawel, dit is wel degelijk Black Mountain.

Trouwens, het artwork zegt al heel wat. Opnieuw is er die zweem van absurditeit, die kinderlijke versie van een Hipgnosis-hoes. En als je dan een nummer als Florian Saucer Attack hoort (“Zero one data one two one two” iemand?), ben je helemaal van slag. Maar dat het lekker weg rockt, dat dan weer wel.

Vergeleken met ‘Wilderness Heart’ is ‘IV’ eigenlijk behoorlijk ingetogen. Slechts een paar keer mag McBean echt uithalen. Er is de solo in de ruim acht minuten durende starter evenals het al eerder genoemde, buitenaardse vervolg; en verderop is er nog Constellations, dat ook weer op zo’n killerriff rust. Maar eigenlijk is het overgrote deel van dit album van de kalmere soort.

Meermaals krijgen wij flashbacks naar Pink Floyd. Niet in het minst tijdens afsluiter (en niet toevallig het langste nummer) Space To Bakersfield, dat dezelfde okselgeur als een Great Gig In The Sky uitstoot en tegelijkertijd ook nog even aan David Bowie’s Space Oddity refereert. Maar het blijft toch allemaal aanvoelen als Black Mountain. Voorwaar geen klein bier.

Ook mooi en de volle kracht van de tweestemmigheid van deze band uitstralend is You Can Dream. Het nummer heeft iets kunstmatigs (de drums, de trippelende synthesizer) over zich, maar wordt met de twee voeten op aarde vastgebonden door de ijzige gitaar van McBean. Of de schoonheid van Webbers stem in al zijn pracht aan het begin van Line Them All Up met niet meer dan wat sfeermuziek en een akoestische gitaar.

Het heeft even geduurd voor wij echt de volle kracht van ‘IV’ tot in de zenuwuiteinden konden smaken, maar eens je doordrongen bent van dit volbloed Black Mountain-album, laat het je niet meer los. En dan blijkt dat hier allemaal killers en geen enkele filler op prijken.

Al deze pracht kan je gaan aanhoren op 13 april in de Botanique. En wij hebben al een plaatsje geboekt.

Later deze zomer keert de band overigens ook nog terug naar Les Ardentes.

1 april 2016
Patrick Van Gestel