Bonaparte - Too Much

Excelsior Recordings

“Do you want to party with the Bonaparte?” Dat is de vraag waarmee het multinationale feestgezelschap Bonaparte het startschot geeft voor hun decadente braspartij die erg toepasselijk ‘Too Much’ heet. En natuurlijk hebben we zin om te feesten. Maar de vraag is of al dat feestgedruis - waarmee Bonaparte berucht werd - ook pakt op plaat.

Too Much



Voor Bonaparte is geen masker te mal, geen string te strak, geen donzig konijnenkostuum te heet. Dit zootje ongeregeld bouwde dan ook al snel een stevige livereputatie op. Met hun knotsgekke verkleedpartijtjes speelden ze al op het Montreux Jazz Festival en op een privéfeestje van Quentin Tarantino. Maar vooral in het Berlijnse nachtleven zet de band met de regelmaat van de klok een club in lichterlaaie.
Uiteraard is daar meer voor nodig dan een carnavaleske show. Het gezelschap beschikt dan ook over een paar jolige nummers, die het best te omschrijven zijn als stekelige pop en elektropunk met licht anarchistische sympathieën en prettig gestoorde teksten. ‘Too Much’ is Bonapartes eerste collectie partyhits.
Op plaat blijft echter maar een fractie over van het fenomeen dat Bonaparte op de bühne is. ‘Too Much’ wordt geteisterd door een geluid dat niet zo in your face is als je op basis van de roemruchte optredens zou verwachten. Iedereen weet dat er geen feest is zonder een stevige beat, en op ‘Too Much’ werden de drums naar onze smaak al te stiefmoederlijk behandeld.
Zelfs niet alle melodietjes zijn trouwens memorabel genoeg om er in de beslotenheid van uw eigen woonst een feestje mee op te zetten. Bovendien is No, I’m Against It een flauwe punkpersiflage met pijnlijk voorspelbare rijmpatronen en grijpt men op WRYGDWYLIFE? schaamteloos terug naar de frasering van een eerder nummer. Live – wanneer de adrenaline al even rijkelijk stroomt als het bier – stoort het allemaal niet zo hard, maar op plaat mag het gerust iets meer zijn.
Too Much, het anthemische Anti Anti en het hilarische, Franstalige A-A-Ah maken dan weer wel indruk. Zo is het titelnummer een onwaarschijnlijke liefdesverklaring aan een meisje dat houdt van James Joyce en Baudelaire, terwijl de ik-verteller enkel oog heeft voor haar “voice” en haar “hair”. Verwijzingen naar Monty Pythons Spam Song en Billy Joëls We Didn’t Start The Fire maken de pret compleet.
Toch raden wij aan om het Bonaparte-circus vooral live te gaan bewonderen. De liveshow die als bonusschijf bij de gelimiteerde editie van ‘Too Much’ zit, brengt zeker enig soelaas. Maar gulzig en ondankbaar als we zijn, willen we toch nog even onze teleurstelling uiten over het ontbreken van een dvd’tje in de verpakking. Want alleen via dat medium komt Bonapartes totaalspektakel ook bij u thuis helemaal tot zijn recht.
13 oktober 2009
Fabian Desmicht