Bonnie 'Prince' Billy - Pond Scum
Drag City
Je moet als archivaris van goeden huize komen, als je wilt bijhouden waar, wanneer en onder welke naam er materiaal van Will Oldham is verschenen. Sinds begin jaren negentig legt de man uit Louisville, Kentucky zijn muzikale ei onder andere als Palace Brothers, Palace Music, Palace Songs, onder zijn eigen naam, en sinds 1998 voornamelijk als Bonnie “Prince” Billy.

Bijna ieder jaar verschijnt er een nieuwe plaat of ep. En Oldham deinst er ook niet voor terug om albums te releasen met covers van... zichzelf. Dit jaar doet hij eens iets anders en verzamelt de zanger met de immer brekende stem songs die hij ooit ten berde heeft gebracht in de BBC-studio's bij John Peel. Oldham deed zes van zulke sessies, maar het materiaal op ‘Pond Scum’ is bijeengegrist uit drie daarvan.
Op de eerste vier nummers horen we naast Oldham en zijn gitaar ook nog de stem van Dave Heumann, maar daarna is het de 'Bonnie' Prince in zijn uppie. Dat zorgt uiteraard voor heel uitgeklede versies van bekende en meer obscure songs. Death To Everyone wordt in de Peel-sessie minder angstaanjagend dan op het meesterwerk ‘I See A Darkness’, maar lijkt in deze intieme vorm desalniettemin nog beter de boodschap over te brengen.
Met Beezle bevat ‘Pond Scum’ één nummer dat – voor zover wij weten – nooit eerder is uitgekomen. Oldham begeleidt zichzelf op een elektrische gitaar, die ruikt naar de Neil Young ten tijde van ‘On The Beach’, maar verder is hij helemaal zichzelf. Over Jolly Five en Jolly One (2 – 5) vinden we eveneens maar weinig terug, maar ze zijn vintage Oldham.
De uitstekend getitelde ‘An Arrow Through The Bitch’-ep van Palace Brothers is goed vertegenwoordigd met Trudy Dies en Stable Will, twee nummers die akoestisch worden gebracht en van een bleekheid getuigen die enkel gekweekt kan worden in een diepgelovig, godvergeten, Amerikaans gat.
Het meeste zal de BPB-adept echter smullen van The Cross, een cover van de ‘Sign O’ The Times’-song van Prince, die in theorie niet zou kunnen werken. Maar de christelijke thema’s, de wonderlijk simpele melodie en de gospelinvloeden van dat nummer blijken perfect te passen in de bevreemdende wereld van Oldham, wiens naïeve versie aandoenlijk versneld wordt gespeeld.
Oldham sluit af met de klaagzang The Idol On The Bar en tegen dan zijn wij al lang verkocht. ‘Pond Scum’ is geen verplichte kost, maar wie houdt van Oldham op zijn breekbaarst, krijgt meer dan waar voor zijn geld.