Brant Bjork And The Low Desert Punk Band - Black Power Flower

Napalm Records

Hij verveelt zich zelden, Brant Bjork. Kijk er zijn discografie maar op na. En dan hebben we het niet eens over zijn productiewerk. En nu is er een nieuwe plaat met een nieuwe band.

Black Power Flower



The Low Desert Punk Band werd het vehikel gedoopt en op ‘Black Power Flower’ zoekt Brant Bjork de grenzen van de melodieuze metal op en schuurt hij tegen de sludge aan zoals in We Don’t Serve Their Kind, waarin van snel naar traag en weer terug wordt geschakeld.

Maar dan hebben we het op dezelfde leest geschoeide (en uitstekende) Controllers Destroyed al achter de kiezen. En heb je al gemerkt dat het tergend traag start, waarna de ritmesectie het tempo doet opflakkeren tot een uitslaande brand. Bjorks snauwende stem maakt het geheel rond en zorgt al meteen voor een opener, die je naar adem doet happen.

Met die eerste twee songs wordt in elk geval de toon gezet. De rest van het album boomt op dezelfde noot door. En daar loopt het spoor blijkbaar scheef. Niet dat de individuele songs niet interessant zijn. Als je elke song afzonderlijk hoort, valt er voor elk van die nummers wel wat te vinden, maar als je het geheel voorgeschoteld krijgt, ebt de aandacht na vier à vijf songs telkens weer weg.

In Soldier Of Love ligt het tempo wat lager, maar echt veel afwisseling is er nog steeds niet op te merken. De solo’s schieten in een wirwar door de groove en – opnieuw – als losstaand nummer boeit dit best.

De aanvang van That’s A Fact Jack lijkt dan weer uit het keurslijf te breken. De wahwahpedaal-gestuurde gitaar in het ene oor, de groove in het andere en de ritmesectie als een kloof door je hersenpan houdt ons dan weer wel bij de les.

Ook in Hustler’s Blues mag de riem er even af. Het nummer doet zijn titel alle eer aan, ook al blijft de woestijn wel aan de basis liggen. We zouden hier weer het zelfde kunnen zeggen, maar ook dat gaat op den duur vervelen.

Er staan weinig slechte songs op ‘Black Power Flower’, maar er staan ook geen echte uitschieters op (tenzij dan misschien de opener). Dan blijft er enkel een middelmatig album over.

2 januari 2015
Patrick Van Gestel