British Sea Power - Machineries Of Joy
Rough Trade
Misschien hebben we het ons ingebeeld, maar we hadden de indruk dat er heel wat meer bombarie gepaard ging met de release van ‘Valhalla Dancehall’, de vorige plaat van British Sea Power, dan met deze ‘Machineries Of Joy’. Misschien omdat deze plaat (te veel) voortborduurt op de vorige?

Of misschien omdat de platenfirma (en de band) zich eerder willen concentreren op de (Engelse) thuismarkt? Het doet er niet echt toe. Want er mag dan al niet zo veel veranderd zijn met deze ‘Machineries Of Joy’, het blijft een degelijke plaat, al haalt hij niet het niveau van het instrumentale ‘Man Of Aran’, in onze ogen nog steeds hun meesterwerk, of van voorganger ‘Valhalla Dancehall’.
Ook nu is er weer de typische stem van zanger Yan, die soms klinkt alsof hij adem tekort komt. En ook de afwisseling hard – zacht is alomtegenwoordig. K Hole is een stomp in de maag, maar Hail Holy Queen komt je meteen troosten. In Loving Animals worden de twee tegenstellingen zelfs gecombineerd. Waar het refrein (en de brug) lieflijk, margrietjesachtig wordt gezongen, geeft Yan zijn zang in de strofen een stevige snauw mee. Het resultaat mag vreemd, maar wel geslaagd genoemd worden.
En verder is de plaat opvallend rustig. What You Need The Most is een mooie ballad met extra inbreng van de toetsen. Misschien waren deze songs ook de aanleiding tot het feit dat ze hun concerten opdelen in twee stukken. Na een vijftal akoestische songs gaan ze tegenwoordig verder met het stevigere werk. En deze What You Need The Most zit steevast in het eerste deel. Terecht trouwens.
Maar dan zakt het een beetje in. Of het de (namaak?-)blazers zijn aan het begin van (en ook verder op) Monsters Of Sunderland? Misschien, maar dit nummer raakt ons waarschijnlijk het minst op deze plaat. Het lijkt te gekunsteld en dringt dan ook niet door de weerbarstige huid. Ook Spring Has Sprung en Radio Goddard zijn behoorlijke tot goede songs, maar doen je hart niet meer opwippen, iets wat bij pakweg K Hole wel het geval is.
Misschien had de band geen zin in weer een upbeat rockplaat. Of misschien wilden ze het gewoon even kalmer aan doen. Maar wij houden van de British Sea Power die de golven op en neer doet deinen. En daaraan ontbreekt het een beetje op deze ‘Machineries Of Joy’. Ondanks het feit dat de liedjes nergens ondermaats zijn, raken ze ook niet echt. En dat is jammer.