Buffoon - Lucid Again

Eigen beheer

Lucid Again

Uit het oog is uit het hart. Dat mocht ook Buffoon ondervinden. Dit album is al uit van begin december vorig jaar en er is nauwelijks inkt over gevloeid.

Buffoon is nochtans het project van niemand minder dan Peter ‘Pi” Vleugels, die u kan kennen van de samenwerkingen met zielsverwant Niels Hendrix (Fence, label Fons). Met Buffoon kende hij wisselend succes. Op het debuut ‘Familiar Sounds’, toen de band nog een trio was, klonk hij nog als een goede, maar wat doordeweekse rockband. Op ‘Chromoscope’ uit 2013 zocht hij met succes het experiment op en met ‘Sweet Sheets’ volgde twintig jaar geleden de zwanenzang.

Tenminste, dat leek zo. Vorig jaar verscheen al een compilatie van onuitgegeven nummers en nu is Buffoon echt terug als een feniks die verrijst uit de as. Met dezelfde spirit als op ‘Sweet Sheets’, maar ook met nog altijd met dezelfde zin voor experiment als op ‘Chromoscope’. Toch loopt er dit keer een rode draad door de plaat: de psyche. Zo opent de plaat met All The Way, een nummer over plotsklaps verdwijnen zonder afscheid en verdwijnselen in de ondergesneeuwde natuur. Single Discolite beschrijft dan weer de vlucht van stad naar het platteland en verder waren er veel trauma’s te bezingen en zorgden ook relatie- en milieuproblemen voor inspiratie.

De plaat kent een lange voorgeschiedenis. Met Niels Hendrix aan de drums en aan de REC-knop en Pi op de semi-akoestische gitaar kreeg de plaat stap voor stap vorm. Alle tracks werden live ingespeeld en ter plekke opgenomen, hetgeen zorgt voor die typische lo-fi sound. Tijdens de lockdown voegde Pi er zang, gitaar, toetsen en percussie aan toe en speelde Hendrix bas en toetsen in. Tot slot schoven nog een paar vrienden aan zoals Meindert Leenders (Fence), Erik Debny (The Shovels), Dave Schroyen (Peuk) en saxofonist Jeroen Haustra en kregen de nummers een definitief jasje.

Die jasjes bevatten kleuren van Neil Young, Brian Wilson, Alex Chilton, Stephen Malkmus, Kurt Vile, Jef Tweedy, Ariel Pink en vele anderen, maar toch heeft Pi zich dit keer ingehouden. Bevatte ‘Sweet Sheets’ nog zevenentwintig (toegegeven vooral korte) tracks, dan houdt hij het hier bij veertien stuks. En die zijn ook stuk voor stuk beter uitgewerkt. Wat ervoor zorgt dat dit echt wel de beste plaat is die Buffoon al losliet op de wereld.

Want dat was vroeger het euvel: ideeën genoeg, maar ze geraakten amper voldragen. Alsof Buffoon een aap was die telkens weer een nieuw speeltje ontdekte en het vorige al even snel liet vallen als hij het had opgeraapt. Hier lijkt hij nog het best op die andere Belgische lo-fi kampioen Pauwel De Meyer en weet hij een paar keer echt te raken.

Mind Data To Heart (Secrets) bijvoorbeeld, met het xylofoontje, is een diamantje dat amper opblinken behoeft en ook het daaropvolgende Giant Dragon, waarin zowaar een blokfluit rondzweeft, is van een soort kinderlijke (niet kinderachtige!) schoonheid. Het niemendalletje Rattlesnake In The Bush zouden we dan weer het liefst gewoon laten liggen waar het ligt.

Aan het eind van de plaat is het snoepen van de psychedelische nummers Friction en Emoticon en bij de bewogen afsluiter Plastic Soup komt zelfs de naam Grandaddy bovendrijven als ankerpunt. Kortom: we hebben al grotere bagger voorbij zien drijven. 

9 februari 2021
Marc Alenus