Calexico + Iron & Wine - Years To Burn

Sub Pop Records

Years To Burn

Veertien jaar geleden vormden Calexico en Iron & Wine al eens een tandem voor de ep ‘In The Reins’. Nu is er een album, al is dat mogelijk voer voor discussie.

‘In The Reins’ werd destijds een ep genoemd. De plaat telde zeven tracks en klokte af op zevenentwintig minuten. ‘Years to Burn’ – zogezegd een album - telt nochtans maar één track meer en klokt af op tweeëndertig minuten en dertien seconden. Lang duurt de adem van de twee bands samen dus niet, maar toch valt er voor fans van beiden opnieuw voldoende te beleven in die korte tijd.

Dat Sam Beam opnieuw het gezelschap van John Convertino en Joey Burns opzocht, mag overigens geen verbazing opwekken. ‘In The Reins’ was destijds een hoogtepunt op het vlak van samenwerkingen, hoewel alle songs van Beams hand waren. Dit keer is het een echt groepsspel waarin de folk van Beam en de met Tex-Mex-trompetten dooraderde, atmosferische sound van Calexico zich schijnbaar moeiteloos vermengen.De jongens – excuseer: de heren – hebben zich duidelijk goed geamuseerd. Al zit er wel een vreemde eend in de bijt: het nog geen twee minuten durende Outside El Paso, dat meer een idee is dan een song. En zo kunnen we ook deze keer maar spreken van zeven volwaardige songs.

Maar niet getreurd dus. Al meteen vanaf opener What Heaven’s Left wordt de zachte, tedere folksoul van Beam gekoppeld aan zowel een weemoedige lapsteel als het feestelijk schetterende koper van Calexico. De samenzang is hemels, alsof de drie zangers met de handen in de zakken rond één microfoon zongen.

Daarop volgen de twee singles die tot nog toe uit de plaat zijn getrokken. Midnight Sun heeft wat tijd nodig om open te bloeien, maar eens de song de War On Drugs-kant opgaat in een heerlijke gitaarpartij, doorspekt met enkele pianotoetsen, knikken we elke keer goedkeurend. Father Mountain, de eerste single, is dan weer de perfecte kampvuursong: bedrieglijk simpel en gemakkelijk mee te zingen.

Na het interludium Outside El Paso wordt de draad weer opgenomen en op hoog niveau gespannen met Follow The Water, een song warm als woestijnzand waarin Beam met zijn honingzoete stem een lieflijke tekst zingt over hervonden vriendschap. Toepasselijker wordt het niet.

Maar beter nog wel, want dan komt het centerpiece van de plaat: The Bitter Suite, een monstertje van acht minuten waarin het eerste deel in het Spaans wordt gezongen door Jacob Valenzuela, maar nog voor de tweeminutengrens wordt afgelost door een trance-opwekkend instrumentaal stuk waarin dronken trompetten, ijle, onverstaanbare keelklanken en een onverstoorbare ritmesectie over elkaar heen buitelen. Net voor de vijfminutengrens stapt de band een goederentrein op en brengen ze op de vloer van een wagon een warme folksong, begeleid door een accordeon. Elk van de drie delen heeft zijn eigen titel: Pájaro/ Evil Eye en Tennessee Train. Dus kunnen we eigenlijk met wat goede wil toch over een volwaardig album spreken met tien tracks. Het is dus maar hoe je het bekijkt.

De titeltrack is nog eens een voorbeeld van hoe perfect het muzikale huwelijk van beide bands kan klinken. Net als in de opener worden alle ingrediënten van de twee groepen tot een rijk smakend gerecht vermengd. Dit is het soort song waarbij Vlaams Belangers in de armen van Groenen kunnen vallen en alle verschillen vergeten om dan een dansje te wagen op afsluiter In Your Own Time.

Hopelijk brengen ze in de Roma op 7 november nummers uit zowel ‘In The Reins’ als ‘Years To Burn’, anders wordt het een korte show. Maar dat het mooi wordt, staat nu al vast en schrik niet, als u bij het buiten komen, de neiging heeft om de dichtstbijzijnde Pakistaan van de nachtwinkel een knuffel te geven.

13 juni 2019
Marc Alenus