Captain Kaiser - Belgian Boy

Pias Records

Belgian Boy

Het Kempense vijftal Captain Kaiser bracht zopas album nummer vier uit, ‘Belgian Boy’, en onder het motto "never change a winning team" bleef platenlabel PIAS aan boord, net als ‘Rhyme&Reason’-producer Jay Maas (Defeater).

In acht jaar tijd is Captain Kaiser uitgegroeid tot één van de toonaangevende punkbands in België. Nog steeds zijn ze met trots geworteld in de Kempen, maar hebben ze een ruimere blik op de wereld gekregen: zo werd ‘Belgian Boy’ voor het grootste deel opgenomen in Noorwegen, in dezelfde studio waar ooit Arcade Fire aan het werk was.
 
En zowaar: misschien ligt het aan de Noorse lucht, maar er zijn ook wat nieuwe invloeden in de typische klank te ontdekken. De eerste single Roadkill, een rechttoe rechtaan punker die wat doet denken aan Idles met een grappig koortje, dat tot laat in de avond nog door je hoofd spookt, blijkt eigenlijk een rondleiding te zijn in het hoofd van frontman Sascha Vansant. Want waar op de vorige plaat, ‘Rhyme & Reason’, Vansant probeerde de dood van zijn moeder te verwerken, geeft hij op ‘Belgian Boy’ een exclusieve inkijk in dat hoofd, en nummer na nummer ontdek je daar telkens weer een nieuwe ruimte in.
 
Op een nummer als Dancefloor, toevallig of niet ook zeer dansbaar, ligt het onderwerp een beetje voor de hand. Natuurlijk met een knipoog, want op de dansvloer van Captain Kaiser is iedereen welkom, ook de flauwe plezanten, de drankorgels en de sukkelaars allerhande. Uiteraard klinkt het zwaarder dan het is en is het allemaal ook wel oké met Vansant, zoals we nog zagen op de releaseshow, maar muziek blijft tenslotte gewoon zijn uitlaatklep. 
 
Ik hoor u al hardop vragen: wordt er dan nog geknald op deze plaat? Jazeker, er staan nog genoeg stevige nummers op waarop je lekker los kan gaan. Zo zullen Moldy en Movie Night het op dansvloer van de betere concertzalen goed doen. Maar het zit soms wat verscholen. Room Service, bijvoorbeeld, begint als een new wave-deun, maar bouwt dan stelselmatig op. En die laatste minuut, nadat Vansant loeihard "Room Service!" roept, is misschien van het hardste dat de Kempenaars ooit opnamen, en zal zonder meer een scheidsrechter zijn in de plaatselijke pogo’s. 
 
Playground is dan weer een nummer dat zeven minuten duurt, één met een verrassende gast ook: Joost Zweegers van Novastar. Het is zonder twijfel een atypisch nummer voor een punkband, met zelfs invloeden van postrock: zéér intens, zeer meeslepend, en duidelijk weer een teken dat de band ook verder kijkt dan het genre groot is. 
 
Titelnummer Belgian Boy werd voorzien van een heuse intro die je naadloos in het nummer brengt, en ook hier zit de intensitieit in het nummer zelf, met sfeervolle zang én een zacht en ingetogen eerste couplet. Het klinkt bijna als shoegaze met die delicate gitaar en die onderliggende drums. Eenmaal het refrein gepasseerd, stijgt het volume stelselmatig en mag er uit volle borst meegezogen worden. 
 
Captain Kaiser leverde met ‘Rhyme&Reason’ twee jaar geleden een geweldig album af, maar met ‘Belgian Boy’ gaan ze nog een stap verder: nog échter, nog meer voldragen, nog meer plaats voor nieuwe en verrassende geluiden, uiteraard niet zonder hun punkroots te vergeten. Om hun tiende verjaardag te vieren trouwens, was het hoog tijd om hun eigen festival vanonder het stof te halen. Na vier jaar stilte herrijst Kaiserfest in Trix, met o.a. Priceduifkes, Dry Socket en Rifle.
 
Misschien wordt het tijd dat er - door Hugo Matthijsen of door die hele resem andere Kempense bands - een nieuwe versie wordt opgenomenn van de ‘Kempen Zijn Zo Stil’.
16 november 2025
Bert Gysemans