Carneia - Symmetry Of Mind
ConSouling Sounds
Tijd om de metalschuif nog eens open te trekken. Twee jaar na hun eerste aanval, zetten de vier West-Vlaamse heren van Carneia opnieuw een agressief masker op in de vorm van een vier track tellende ep ‘Symmetry Of Mind’, eentje die toch een half uur de installatie tormenteert.

Net als bij ‘All Tongues Of Babel’ houdt Carneia niet krampachtig vast aan een specifieke stijl. Het is te zeggen, de band vindt zijn eigenheid in een kruisbestuiving van sludge en postmetal en heeft flink geluisterd naar de zweverigheid van jaren negentighelden Alice In Chains en Tool. Dit melodieus monstertje houdt geen hoog tempo aan, waardoor juist meer klemtoon kan liggen op de hoekige, botsende drumpartijen, grollende baslijnen en de mysterieus glijdende zang van frontman Jan Coudron (ex-King Hiss). Dat laatste geeft deze band trouwens een wat meer soft, menselijk karakter.
De gitzwarte hoes lijkt het tegen te spreken, maar zoals elke songtitel getuigt, heeft Carneia wat met kleuren. Dat vertaalt zich in songs vol emotie en beweging, waarin kracht, intensiteit en een bijna psychedelische verhevenheid elkaar afwisselen, de ene keer in de vorm van een fenomenale uppercut, de andere keer in een broos instrumentaal spel. Drie van de vier keer op rij zoekt het gezelschap verhalende songstructuren op vol wijzigende thema’s, rustmomenten en een subtiele opbouw die gerust zeven logge minuten rechtvaardigt (Black Mess, Colour Blind).
Het venijn zit hem echter vooral in de staart, zij het niet het uiterste puntje dan. De vierde track, White Collar, houdt immers een tijd lang epische, instrumentale gitaarlandschappen aan en ijlt daardoor een heel eind weg. Bochtige, logge baslijnen en een intrigerend tegenwerkende drum houden de voeten nog net aan de grond, tot na zes minuten de hel losbarst met mokerende dubbele basdrum, loodzware metalriffs en stevige grunts. Erna gaat Carneia weer aan het glijden in stevige snaarpromenades met hakkend drumwerk tot na bijna tien minuten het vuur eindelijk is uitgeblust.
Twee keer doet het kwartet hier echter ook even de wenkbrauwen fronsen. In een kort en gebald Red Lights Are For Redheads maakt de band geen plaats voor zijn verhalende songstructuren, maar blijft hij een tijdlang in zijn wat krampachtige haaksheid doordrammen. Daardoor komt het nummer een stuk minder fris en doordacht over. Verder krijgt deze ep nog een soort van bonustrack die aansluit na enkele minuten stilte en uit niet meer bestaat dan een abstracte opstapeling van ambientklanken en veldopnamen: krakend, zinderend en diep hobbelend, zonder enige logica of houvast. Is het een vliegtuig, is het een vogel? Nee dat is het niet …