Carneia - Voices Of The Void

Eigen beheer

Voices Of The Void

Ah zo, de heren Coudron (zang), Combes (gitaar, bas), Vandromme (gitaar) en Vandewalle (drums) willen meespelen met de grote jongens? Geen probleem. Maar dan geen misplaatst nationaal gevoel hier. Geen extra punten omdat het Belgen zijn. Ze zouden het ook niet anders willen, toch?

Laat ons dus Tool, Soen en zelfs Wheel als referentie nemen. Behoort Carneia tot deze top? Natuurlijk (nog) niet, maar ze nestelen zich met dit vierde album wel mooi tussen een aantal alternative-/postmetal-subtoppers.

Je kan 'Voices Of The Void' eigenlijk opdelen in twee luiken. Het ene bestaat uit de iets meer toegankelijke nummers met een catchy refrein. Songs dus die zich vlot in het gehoor nestelen en nog moeilijk uit je hoofd te krijgen zijn. Dan hebben we het over The Making Of The Universe, Blood And Candy en The Hangman. Typisch voor het genre leggen een stuwende bas en gevarieerd drumwerk een schitterende ritmische bodem. De gitaren zorgen voor laaggestemde, ruwe riffs en hooks waarbij het soleren tot een absoluut minimum blijft beperkt.

Waar Carneia het meest verschilt met bovengenoemde bands, is het geluid van Jan Coudron. Geen heldere, soms ijle, passages maar een "klassiek" geschoolde, ruwe powerstem. Verklaar ons knetter, maar we horen een kruising van de jonge (veel minder nasale) Klaus Meine en Franky DSVD. Nog een verschil is dat de West-Vlamingen de nummers niet te complex (lees: prog) maken en eerder ruw en bijtend zijn, zij het dan wel gelaagd, donker en erg dynamisch. De frontman (ook gekend van King Hiss, die eveneens een nieuw album uitbrengen later dit jaar) zoekt echter hier en daar meer extreme regionen van zijn bereik op en dat voor het eerst bij Blood And Candy waar hij zwaar gaat grunten.

Een tweede reeks songs maken dit album extra interessant. Black Coffee is een loodzware sleper met dreigende rustpunten en enkele tempowissels: een ware aanslag op de nekspieren en je ziel. Shadow Man lijkt dan weer geïnspireerd door Primus: een prettig gestoord terugkerend gitaarrifje, een bijna dansbare beat en zachte vocalen zorgen voor een leuke adempauze. Broodnodig want dan slaat Alter Ego genadeloos toe. Wat een monster is dit: heavy as shit, dark as night, strakke riffs, recht uit de betere djent en... een stem die opborrelt uit de diepste gedrochten van de onderwereld. Hier worden de invloeden uit extreme metal vol uitgespeeld en dat resulteert in een uppercut van formaat.

Van het rustige Anthem For The Wasted krijgen wij het warm noch koud en Epilogue is een instrumentale afsluiter die wat industrial begint om over te gaan in de stevige riff. Opnieuw een ferme stap vooruit dus voor Carneia, die je ab-so-luut live aan het werk MOET zien. Zoals ze zelf meegeven: geen licht verteerbare brok, maar eerder een achtgangenmenu voor de fijnproevende muziekliefhebber.

Deze recensie verscheen ook op Brothers In Raw.

12 mei 2019
John Van de Mergel