Clive Nolan - Alchemy
Metal Mind Productions
Gaat u er maar eens goed voor zitten, want Clive Nolan – coryfee van de Britse neoprog – presenteert met ‘Alchemy’ zijn magnum opus. Ondanks (of is het dankzij?) de lengte van twee cd’s is het een gebalde rockmusical waarin Nolan geen tijd verloren laat gaan.

Elke musicalliefhebber zal u het belang van de ouverture kunnen meedelen. Hiermee moet het publiek meteen bij het verhaal worden betrokken. Nolan heeft voldoende bagage in huis om te weten hoe een Victoriaans avonturenverhaal van start moet gaan: omineus, sinister, zonder uitstel inspelend op de verwachtingen van de luisteraar of kijker. Het openingsthema wordt met variaties herhaald in de proloog van de tweede akte; vanaf dan vallen ook de leidmotieven op.
‘Alchemy’ vertelt over de queeste van professor Samuel King naar de drie verborgen artefacten van een beroemd alchemist. Eerst wordt hij geholpen, later verraden door de gewetenloze Lord Jagman. Ondertussen moeten King en zijn vrienden de hulpeloze Amelia redden van het schavot. Het wordt een race tegen de tijd tussen King en Jagman om de artefacten te vinden en zo de deur te openen tussen leven en dood.
‘Alchemy’ groeit uit tot een showcase voor het excellente vakmanschap van deze klassiek geschoolde componist. Zijn conventioneel aangehouden harmonie is wat ook Genesis in hun hoogdagen apart zette van de complexere aanpak van een Yes of een Gentle Giant.
Maar Nolan weet wanneer een stem een tegenstem verdient. In de zangpartijen vormen zinnen en noten een perfecte match. De stemmen hebben elk hun eigen distinctieve klankkleur en frasering, wat de transparantie van de vertelling uitstekend dient. Nolan kan rekenen op een hele batterij bekende stembanden: onder meer Tracy Hitchings (Landmarq), Paul Manzi (Arena), Andy Sears (Twelfth Night) en Damian Wilson (Threshold) maken er een vocaal festijn van.
Mooi allemaal, maar is het ook onderhoudend en spannend? Nolan laat een goed verhaal niet lopen. Natuurlijk zijn vertragingsmechanismen zoals herhaling en uitweiding soms onvermijdelijk – ze beantwoorden aan een gouden regel in het musicalgenre. Toch verliest de Brit het totaalbeeld en het einddoel nooit uit het oog.
Nolans begeleidingsband (met onder andere Pendragon-drummer Scott Higham) komt meer dan eens in de schaduw van de zangers te staan, maar dat is de keuze van de componist. Te veel goede chefs zouden de appetijt in dit geval zeker vergald hebben. Maar als het er echt om spant, komt ook de instrumentale klasse naar de oppervlakte, zeker in de tweede akte. De liefhebbers van het werk van Nolan mogen dit uitstekende dubbelalbum met een gerust hart aanschaffen.