Credo - Against Reason

Festival Music

Een band genaamd Credo? Ja, daar geloven we na het beluisteren van de nieuwe schijf 'Against Reason' in. Want dit is niets minder dan een van de best bewaarde geheimen van de Britse symfo. Gelukkig vond men het na zes jaar tijd voor een nieuwe publieke biecht.

Against Reason



Erg productief zijn ze niet, met twee studioalbums in zeventien jaar. En toch draaien de veteranen van Credo al een hele tijd mee. Gitarist Tim Birrell en bassist Jim Murdoch vonden elkaar begin jaren 70 in de Schotse progband Armageddon. En keyboardspeler Mike Varty (Landmarq, Shadowland) behoort tot de inner circle van Clive Nolan (Pendragon, Arena, ...), en heeft sinds het livealbum 'This Is What We Do' (2009) eindelijk 'zijn' band gevonden.

Staring at the Sun
steekt in vliegende vaart van wal: een heerlijke drie minuten lange intro - een song op zich waard - die uitgroeit tot een ecologische fabel met een knap vertellende Mark Colton. Je hoort in hem die ingehouden woede waar Fish (Marillion) vroeger het patent op had. De twee stemtimbres zijn overigens erg gelijkend, maar Colton is zeker geen imitator.

Cardinal Sin
neemt meer risico's. Na de dreigende intro volgt een lang uitgesponnen narratieve expositie, en ook in de refreinen verdringt de tekst de melodie naar de achtergrond. Geen probleem, want dankzij de kwaliteiten van Colton blijf je aan diens lippen hangen. Maar na vijf minuten volgt dan toch een sfeervolle wending en een tempoversnelling met variërende hoofdrollen voor de erg onderschatte Birrell en Varty. Zij eindigen met verrassende, oosterse motieven.

De overgang naar Intimate Strangers is heel mooi: intimistisch gitaarspel zorgt voor een gepaste tegenstelling met de bombast van het vorige. Terwijl Colton met veel gevoel zingt over liefde en hartzeer, ontwikkelt Varty knappe toetsenpatronen waardoor de luisteraar zijn aandacht moet verdelen. Prachtige gitaar (eerst sustained, dan wervelend!) en warme bas. Martin Meads zorgt zoals steeds voor solide en geraffineerd drumspel. Schitterend.


Oosterse akkoorden steken opnieuw de kop op in de korte titeltrack. Het mysterieuze karakter wordt onderstreept door de tribale drums en het minimalistische gitaarspel dat openklapt als een bloem.

De door Murdoch gestutte refreinen van Insane doen denken aan de Schotse vrienden van Pallas. Lekker pompende toetsen van Varty, en opnieuw Birrell die de sterren van de hemel speelt. En wat een origineel einde. In Reason to Live, een ballad met een reflecterende Colton en Meads die zich beperkt tot de cimbalen, neemt de band weer wat gas terug.


Conspiracy neemt over en dendert verder als een trein zonder remmen, maar met Ghosts of Yesterday daarna kon het contrast niet groter zijn: een antieke klok en een akoestisch gitaartje kondigen vroegere tijden aan. Tijd ook voor lyrische ontboezemingen van Colton en Birrell.

Met Karl Groom (o.a. Pendragon) achter de mixtafel en Varty's gelaagde productie heeft Credo een gouden greep gedaan. 'Against Reason' is een plaat die je rustig kan laten chambreren en de tijd kan geven om verder te groeien. Want haar geheimen zullen pas na vele biechten onthuld worden.

27 april 2011
Christoph Lintermans