CSS - La Liberacion
Downtown Records
Het is fijn voor een beginnende band te kunnen teren op een sympathieke uitstraling. Een bijzondere groepssamenstelling of een grappig accent geeft een band soms wat meer tijd zich muzikaal te ontwikkelen zonder al meteen afgeschreven te worden. CSS is misschien zo’n band die meer kan dan we tot nu toe van hen zagen. Maar de tijd gaat nu dringen. Bij de aankondiging van hun nieuwe album hoorden we al reacties opborrelen als: “Oh, daar heb je hen ook weer.”

In 2006 maakten we kennis met de opvallende indierock band uit São Paulo, Brazilië. Deze frisse meidengroep met mannelijke drummer - Adriano Cintra is inmiddels overgestapt op basgitaar - wisselde op hun titelloze debuut indierock en electropop met elkaar af.
De tweede plaat ‘Donkey’ uit 2008 kende hetzelfde recept. Voor sommigen was de lol er daarmee een beetje af. Cansei de Ser Sexy - voor wie het niet meer mocht weten: Portugees voor “Moe om sexy te zijn” en een uitspraak van Beyoncé - werd steeds vaker gezien als een band die een goede eerste indruk achterliet maar daarna snel ging vervelen. Een belemmering om echt groot te kunnen worden.
Maar gaande wegontwaren we toch weer het oude, bekende patroon van een CSS-plaat. Simpele indierock voert de boventoon. Soms kinderlijk simpel zoals in Echo Of Love dat met zijn eenvoudige loopjes en ingeblikte drumgeluiden veel te licht is voor de plaat. Maar de meeste andere nummers doorstaan de test wel en vormen een mooie aanvulling op het repertoire van de band. Ruby Eyes en Partners In Crime bijvoorbeeld zijn goed in het gehoor liggende gitaarpopsongs. De eerste song klinkt wat opgewekter dan de tweede en heeft een meer catchy refrein. De stem van Lovefoxxx lijkt niet sterk genoeg om als een brutale leadvocaliste over te komen, maar dat is nog altijd minder hinderlijk dan de als dansbaar bedoelde nummers als Alala uit het debuut, waar nauwelijks sprake was van gewoon zingen.
Een absolute uitschieter is de titelsong La Liberacion, een kort en trefzeker rocknummer in het Spaans (opvallend genoeg): een nummer waarin gitaren en vocalen lekker losgaan, zonder daarbij te overdrijven. De track is haast net zo verfrissend als de vaak geroemde, eerste indruk die de band ooit op het internationale publiek maakte. Als ze La Liberacion als single mochten uitbrengen, zou dat ook een verrassend effect op het brede publiek kunnen hebben. Die lijkt de band tot nu toe te ontlenen aan hun punkfunk stijl.
En dat is dus wel een opvallende nieuwigheid: er staat geen typisch punkfunk nummer als Let’s Reggae Tonight op dit album. Laten we zeggen dat de eerder genoemde dancepopliedjes daarvoor in de plaats gekomen zijn. Wel dansbaar, maar dan veel meer in het elektrostraatje van bijvoorbeeld Ladytron, is You Could Have It All. De melodielijnen tonen dat CSS op dit vlak langzaam maar zeker progressie boekt. Zwak en houterig het basisritme volgend op sommige punten, maar regelmatig ook sprankelend en aanstekelijk. Dit is wellicht een onderdeel waarop ze in de toekomst menig indiebandje kunnen verslaan.
Het is nog maar de vraag of mensen die twijfelden met dit werk definitief over de streep getrokken worden. Het is immers geen revolutionair album geworden. Maar wie gewoon op zoek is naar leuke liedjes, zal met deze plaat wel iets kunnen. Nu is het een kwestie van de juiste singles kiezen om het imago sterk te houden.