Death Vessel - Island Intervals
Sub Pop Records
Death Vessel, het project van Amerikaan Joel Thibodeau, heeft met 'Island Intervals' zijn derde worp gereed. De Sub Pop-sopraan levert hiermee een degelijk stukje indiefolk af.

Doorheen het album doet Death Vessel beroep op een brede instrumentatie: orgel, synth, metallofoon, bellen allerhande, etc. Nergens wordt het echter een kakofonie. Thibodeau is een uitstekend arrangeur en dat laat zich gevoelen.
Dit album kreeg in de loop van drie maanden gestalte bij Alex en Jónsi thuis in Reykjavik. En ook dat laat zich merken: de sfeer, de percussie, de drones, overal merk je de touch van Ijslands creatiefste koppel. Met de Sigùr Rós-frontman strikte Death Vessels daarenboven de enige mannenstem hoger dan hemzelf op onze planeet als gastartiest.
Het hele album baadt in een soort fantasiesfeer. Alsof een theekransje woudnimfen besloot zich op de muziekindustrie te werpen. Verstild, onheilspellend, spookachtig, melancholisch vrolijk,... Pastorale arrangementen heet dat dan in recensententaal.
Ook de lyrics dragen hiertoe bij, ze lijken zo uit luisterrijke ridderromans en magische heksencirkels geplukt. Thibodeau slaagt er daarenboven in deze te brengen met een rustige vanzelfsprekendheid: nergens gaan zijn teksten op een pose lijken.
Opener Ejecta is meteen een mooie getuige van de productiecapaciteiten van het drietal. Subtiele folk gedragen door dreunende orgeltonen? Het resultaat is een brede, onheilspellende sound. De ijle, exceptioneel hoge stem van Thibodeau heeft iets engel-/spookachtigs, wat, zeker op Ejecta, een enorme bijdrage levert aan de sfeer van de songs.
Geleidelijk aan vervaagt de pulserende achtergrond en wordt de toon lichter. Velvet Antlers is een lustig vooruitstampende, typische indiefolk song. Op het aangename Triangulated Heart treedt de gitaar al iets meer op de voorgrond. Nummer vijf, Ilsa Drown, is het culminatiepunt van deze tendens en het absolute hoogtepunt van deze plaat. Piano, gitaar en het tweehoofdig Amerikaans/Ijslands falsettenkoor in perfecte samenzang: het zorgt voor een melancholische parel die zo op Jónsi’s 'Go Do' had gekund.
Op Island Vapors keert de karrenvracht instrumenten terug voor een middelmatig, maar goed geproducet folkpopnummertje. Loom is dan weer een afsluiter van formaat. Een weids nummer, gedragen door een laag van Thibodeau’s zanglijnen. Het sleurt je mee in een sfeervolle, euforische, zachte waas van geluid.
De woudnimfjes hebben hun oor echter te veel te luisteren gelegd in naburige sprookjesbossen. Op Ilsa Drown na rukt dit album zich nergens los uit het peloton van de indiefolk. 'Island Intervals' mist originaliteit. Meer dan eens bekruipt je het gevoel dat je wat Death Vessel hier brengt al eens eerder hebt gehoord. Zelfs de mooie sfeeropbouw doorheen de plaat, de steengoede instrumentatie en productie en Thibodeau’s buitenaardse stem kunnen dat niet verbergen. Het sprankje genialiteit dat Island Intervals op een hoger plan zou kunnen tillen ontbreekt.
Een leuke, complete en oerdegelijke sfeerplaat. Niet meer, niet minder.