Dennis Coffey - Dennis Coffey

Strut Records

"De jaren tachtig zijn terug, in al hun slechtheid.", zo besloot een muziekminnende vriend een nogal deprimerend drinkgelag. Wat een geluk dat wij toen Dennis Coffey nog niet kenden, of onze levers hadden het niet overleefd. Hoewel Coffey op heel wat min of meer bekende platen meespeelde, staat hij niet bepaald naast Clapton op een gitaarheldenschavotje. En dat heeft zijn redenen. Wat meer is: deze plaat kan op de hoes alleen al beoordeeld worden.

Dennis Coffey



Heel eighties dus. Instrumentale opener 7th Galaxy hangt ergens tussen doorslagjes van Yes (zij het dan minder gesofistikeerd), Jeff Beck (maar dan minder spetterend gitaarspel) en Miles Davis' elektrische exploten in de jaren tachtig (maar dan zonder vernieuwing of inspiratie).

Op Don't Knock My Love duikt ook nog een net iets mindere Tina Turner-soundalike op die een imitatie-soul tracht te brengen, met blazertjes die veertig jaar geleden veel beter klonken bij The Temptations. Daar lijken ook de vocalen van All Your Goodies Are Gone en I Bet You gepikt.

Nu, zo erg zouden we dat allemaal niet vinden - we zouden misschien zelfs enthousiast zijn - als die referenties naar de puurste Motown-soul niet overgoten werd met zo 'n vieze eighties-rocksaus. Wij houden best van genreoverstijgende kruisbestuivingen, maar deze is echt wel te vergelijken met een biefstuk met slagroom. Niet de meest geslaagde combinatie dus.

Miss Millie is een instrumentaal met een al te basic gitaarriff en een vuile Hammond die wel naar Deep Purple neigt maar door de obligate koperblazers helemaal naast de kwestie klinkt. Somebody's Been Sleeping klinkt dan nog het puurst, erg vintage, maar we kunnen ons niet ontdoen van de indruk dat dit niet echt "Best of"-materiaal is. En hoewel Plutonius nog leuk, groovy en onderkoeld begint, verzandt het al gauw in wat kan doorgaan voor een afgedankte CSNY-jam.

Paolo Nutini zingt op Only Good For Conversation, dat begint met een niet al te subtiele variant op de riff van Smoke On The Water en dan wat gitaarklankjes afkeek bij Jefferson Airplane. Op Space Traveller en Don't Knock On My Love (Part 2) moeten er zelfs nog wat reggae- en disco-invloeden bijgemixt worden in deze soep met veel te veel ingrediƫnten.

Coffey weet blijkbaar niet zo heel goed welk genre hij wil laten primeren, maar in elk van de genres valt toch wel een erg beperkte gitaarvocabulaire op naast een gebrek aan smaak en finesse. Leg eender wat van Rare Earth - Motowns "rockgroepje" - eens naast deze cd en je begrijpt meteen dat een plaat als deze bij Berry Gordy nooit een kans zou gemaakt hebben. Terecht.

15 juni 2011
Stefaan Van Slycken