DJ Vadim - Dubcatcher 2 – Wicked My Yout

Soulbeats

De Russische producer laat opnieuw van zich horen! DJ? Russisch? DJ Vadim verkaste vanuit Leningrad al snel naar Londen en vertoeft nu deels in New York en deels in Berlijn. Bovendien draait hij niet meer vaak, maar duikt hij voornamelijk de studio in. Hoe dan ook, nadat de bezige bij twee jaar geleden zijn hiphop- en triphopwereld verruimde met rood-geel-groene vibes op het veelgeprezen ‘Dubcatcher’, gaat hij, na een muzikale tussensprong met de Hongaarse funksouldiva Sena, voor een zomers reggaevervolg.

Dubcatcher 2 – Wicked My Yout



Op ‘Dubcatcher 2’ meet DJ Vadim zich niet meer het rastapseudoniem Daddy Vad aan, maar dit vervolgalbum ademt nog wel steeds stevige, Jamaicaanse wolken uit. Zo is het artwork opnieuw een leuke spacecartoon in de stijl van Greensleeves-huisartiest Tony McDermott (waardoor misschien foutief een link gelegd wordt met de diepe dubplates van Scientist) en bevat de plaat een resem reggaehelden als Max Chase The Devil Romeo, Earl 16, Tippa Irie of General Levy. Daarnaast verwijst de subtitel van dit album niet enkel naar de Joey Bada$$-single My Yout, maar is het ook een typisch Caraibische taalverbastering van de woorden “my wicked youth”.

Dat maar om te stellen dat over dit werk al een boel kan verteld worden zonder zelfs de muziek aan te raken. Want daarmee beginnen, is een klus op zichzelf. Zestien keer op rij werkt DJ Vadim een bonte mengeling uit van rootsreggae, dancehall en hiphop waarbij steevast vertrokken wordt vanuit een strak en eenvoudig reggaepatroon, maar waarin razendsnelle raps en hakkende raggarhymes schering en inslag zijn.

Verwacht zeker zomerse refreinen met soulvolle, vaak suikerzoete vrouwenstemmen - zoals een erg opgewekt Call On Me met Eva Lazarus en Serocee bewijst - en een solide rootsbasis met traditionele slaggitaartjes, korte en vurige blazers en een ritmisch orgel- of percussiemotiefje. Maar daar houdt het helemaal niet op. Niet enkel schakelt DJ Vadim elke song minstens twee en bij afsluiter They Don’t Love zelfs zeven gastzangers in, maar wipt hij binnen een enkel nummer als Murder Murder nog eens van frisse, melodieuze dancehall over naar akoestische ska met psychedelische samples. En jawel, halfweg wipt Earl 16 zelfs nog even over naar de Smith & Mighty klassieker No Justice.

Dit album is ondanks zijn prettige songs dus een wat hyperkinetische mengelmoes van moderne reggae bomvol vocale hiphopinjecties. Het geheel is erg vlot en vrolijk, maar het gevaar voor een overdaad aan “conscious” raps is wat groot, waardoor de pauze die halfweg wordt ingebouwd, echt welkom is. Want niet enkel Tippa Irie en Jman gaan voor een onophoudelijke, vliegensvlug hakkende spraakwaterval aan woorden waarop Busta Rhymes jaloers zou zijn, maar ook mc’s als Big Red of Mc Dynamite laten zich van hun meest explosieve vocale kant kennen.

De hobbelende soulmelodieën, frivole reggaetunes of talrijke sing along-momenten (check het dartel hobbelende Hey Hey Hey met zijn Chili Peppers Give It Away-stukje) zijn dus een noodzakelijke verademing. Hetzelfde geldt voor een vreemde eend als Music Soljah, dat in zijn levensduur van meer dan vijf minuten eindelijk eens wat echo’s en zuurstof meekrijgt en ritmisch meer aanleunt bij triphop dan bij hedendaagse, Jamaicaanse riddims. Gelieve dus zeker niet afgeleid te worden door de titel van dit album. ‘Dubcatcher’ bevat even weinig dub als DJ Vadim nog Russisch is, maar voldoende reggae is wel gegarandeerd.

20 maart 2016
Johan Giglot