East India Youth - Culture Of Volume

XL Recordings

We hadden veel verwacht van de opvolger van ‘Total Strife Forever’, maar niet dat de plaat nog minder coherent zou zijn dan dat met de droge zandkorrels van songs op dat debuut het geval was.

Culture Of Volume



In 2014 was het al duidelijk dat William Doyle aka East India Youth barstte van het talent. Zijn debuutplaat kreeg dan ook terecht nominatie voor een Mercury Prize en het leverde hem ook een deal op met XL Recordings. Daar verschijnt nu  ‘Culture Of Volume’ , wat door Doyle zelf zijn “popalbum” genoemd wordt.

The Juddering dat al geschreven werd in 2012, brengt totaal iets anders en sluit eerder aan bij de filmmuziek die Doyle schreef voor “20000 Leagues Under The Sea” en gelijkenissen vertoont met een paar instrumentale stukken als Glitter Recession en Midnight Kyoto uit de debuutplaat. Op zich, gezien de leeftijd van de song, geen verrassing.

De eerste tekstlijn van de plaat luidt: “The end result is not what was in mind”, en dat op zich is al een waarschuwing, al gaat de song volgens Doyle zelf eerder over zijn typische manier van werken. Aan dit album sleutelde hij meer dan twee jaar en in die periode gebeurde er zoveel in zijn leven dat het uiteindelijke resultaat inderdaad niet is wat hij twee jaar eerder in gedachten had.

De meer dan vijf minuten durende, epische track is op zich best genietbaar, maar daarna lijkt Doyle plots te solliciteren naar een baan als Pet Shop Boy met Beaming White en Turn Away. Ons afkeren is precies wat we op dat moment zouden willen doen tot Heart That Never en vooral Entirety ons toch op de dansvloer houden.

De heftige beats en dwarse elektronica staan haaks op wat daarna komt, want met Caroussel laat Doyle plots zijn meest emotionele kant zien. De overgang is even plots als wanneer dj Jos na Boys Noize plots Into My Arms van Nick Cave zou draaien. De zachte stem van Doyle drijft op Eno-achtige synths en strijkerspartijen van de hand van Hannah Peel en verleidt moeiteloos meer dan zes minuten lang.

Op Don’t Look Backwards slaagt Doyle erin een mooie popmelodie te koppelen aan melancholische elektronica en zoet gezongen lyrics, maar als om te onderstrepen dat hij nog altijd liever underground wil blijven, laat hij die song volgen door een meer dan tien minuten lange slottrack waarin alles nog eens samenkomt.

Doyle levert dus weer een album af dat alle richtingen uitschiet van Brian Eno over Underworld tot de Pet Shop Boys en maakt zo duidelijk dat hij de contrasten en discrepanties bewust opzoekt en cultiveert. Het leverde hem de vorige keer geen windeieren op. Benieuwd of dit weer een gouden ei wordt.

6 april 2015
Marc Alenus