Eels - Wonderful, Glorious

Cooperative Music

“Nobody listens to a whispering fool. Are you listening? I didn’t think so.” Het is de eerste zin van het tiende album dat Mark Everett uitbrengt als Eels. En qua statement meteen een misser van formaat, want net als altijd houden wij de oren strak gespitst als de man nieuw werk uitbrengt.

Wonderful, Glorious



Het is enigszins een unieke plaat, gezien deze keer ook de andere groepsleden allemaal mee betrokken werden in het schrijfproces. De fans dienen echter niet te vrezen: zoals de grootse single Peach Blossom al voorspelde, klinkt alles nog steeds vertrouwd, op E’s unieke, ontwrichtende wijze. Zijn stem is nog voorzien van grove korrel, de bas stuwt en ook de bitterzoete synthriedels ontbreken niet.

Qua toon is E strijdvaardiger dan ooit tevoren. In opener Bombs Away, met een snijdende gitaar en nadrukkelijke percussie die menigeen aan Tom Waits doen denken, heet het dat hij er genoeg van heeft om zich steeds naar iedereen te schikken. Kinda Fuzzy, gedreven door een orgel dat swingt als een tiet, doet daar nog een schepje bovenop: “Don’t mess with me, I’m up for the fight.”

New Alphabet opent als het soort blues dat door zweterige, oude mannen wordt gespeeld in smerige bars en wordt dan heerlijk opengescheurd door een weerbarstig refrein. Daarna krijgen we Stick Together voorgeschoteld, vooruitgejakkerd door tribale drums en aanstekelijker dan de winterse griep in een klas vol kleuters met een loopneus.

Bij de eerste luisterbeurten vallen vooral die stevigere nummers op, maar er valt uiteraard ook heel wat moois te rapen. On The Ropes is als kabbelende countrysong de vreemde eend in de bijt, maar grijpt daarom des te meer naar de keel. Even aandoenlijk als opbeurend is het slepende Accident Prone, waarin de protagonist B100-gewijs zijn beklag doet over het feit dat hij altijd pech heeft, om aan het eind stommelings te botsen op het meisje dat later "de-die-van-hem" zal worden.

Fans van vroege albums als ‘Beautiful Freak’ en ‘Electro-Shock Blues’ kunnen hun hart ophalen aan True Original, een E pur sang. Een trage gitaar en een hese stem beschrijft vol verwondering het ongrijpbare meisje.

Hoe verder het album vordert, des te minzamer worden de noten op Everetts zang: You’re My Friend brengt een ode aan een vriend (of wat had je gedacht?), en ook in I’m Building A Shrine betuigt E zijn liefde aan een dierbare. Zoals hij vroeger vaak gitzwarte teksten placht te debiteren over vrolijk rondhossende melodieën brengt E deze levenslustige zinnen nu tegen een trage, meer ingetogen achtergrond.

De vrolijkste noot komt echter helemaal aan het eind, met het titelnummer. Als we E’s voorgeschiedenis niet kenden, zouden we hem ervan verdenken een godverdomse hippie te zijn. Maar zelfs onze haat voor hippies zou verdwijnen als sneeuw voor de zon, als het sandaalvolk platen als deze maakte.

Eels klinkt als Eels. En ook al leveren ze bijlange niet de verrassendste of vernieuwendste plaat van het jaar af, is het er weer één die we zullen koesteren. En velen met ons.

18 april 2014
Andreas Hooftman