Gazpacho - Molok

Kscope

Na een reeks uitstekende platen kan het geen kwaad even een dip te hebben, als men vervolgens weer keihard toeslaat. Voor de artrockers van Gazpacho was ‘Demon’ zo’n terugval. Lange tracks die weigerden te solideren en nergens naartoe gingen. ‘Demon’ was het slachtoffer van zijn eigen ambities. Die werden nu bijgesteld op ‘Molok’. Negen, compactere songs zijn het geworden, die opnieuw aanknopen bij de vertrouwde emoprog van de Noorse band.

Molok



Maar misschien het mooiste compliment voor zanger Jan Henrik Ohme en zijn kornuiten is dat we niet meer de hele tijd aan Marillion hebben zitten te denken. Ohmes stem laat zich nu genoeg onderscheiden van Steve Hogarth. Instrumentaal verdiept men zich verder in folk en etnische muziek, wat zich vertaalt in een alomtegenwoordig percussiebataljon.

Zo gaat Park Bench meteen met tromgeroffel van start, als Ohmes verhalende stem komt binnenglijden. Het getinkel op de ivoren toetsen zorgt voor de melancholische sfeer. In The Master’s Voice completeren de toetsen het harmonische weefsel. Bela Kiss is Gazpacho’s ode aan de legendarische Hongaarse acteur Bela Lugosi, die op het witte doek de oerincarnatie werd van Dracula. De Slavische ritmes zijn hier feilloos geïntegreerd.

Wegens de stilistische en inhoudelijke urgentie is Know Your Time een hoogtepunt. De song intrigeert door de klimaatwisselingen die geraffineerd in elkaar overvloeien. Het tromgeroffel keert terug in Choir of Ancestors, samen met de voorouderlijke koortjes die een stem geven aan alle gezichtsloze mannen en vrouwen die ons zijn voorgegaan. ABC (met Gentle Giant-invloed) en Alarm klinken een stuk aardser door Kristian Torps groovy baslijnen.

Bezwerend klinkt het afsluitende Molok Rising vanaf de eerste inzet van de mandoline. Hier horen we een groep die zoekt en tast in het duister, als de contouren verdwenen zijn. In de mechanistische kijk op de wereld (die teruggaat op Descartes) heerst een machine over verleden en toekomst. Molok is zijn naam, afgeleid van de Bijbelse demon aan wie kinderen geofferd werden. Als Molok heerste, was de aarde in eeuwige duisternis gehuld. Geheel in overeenstemming met het idee achter deze song, verschijnt muziekarcheoloog Gjermund Kolltveit hier met zijn reconstructie van instrumenten uit het stenen tijdperk. Een allegaartje van zingende stenen, elandkaken, fluiten en snaren.

Tussen al deze muzikale lagen zo’n albumconcept detecteren, is zelfs voor een geoloog geen sinecure. Maar het verhaal van ‘Molok’ is in steen gegrift. Welk volk ook een godheid mocht aanbeden hebben, ze deden dat steeds in een stenen vorm. Een kathedraal, de steen van Mekka, of Stonehenge. Het grijpt (opportunistisch?) terug naar een Noorse mythe: als een trol te lang blootgesteld bleef aan de zon, veranderde hij in steen. Deze miraculeuze mutatie reflecteert het geloof van de oude Noren dat God zo lang incommunicado bleef met zijn menselijke aanbidders. Op zo’n moment kon Molok genadeloos toeslaan.   

Ook Gazpacho slaat weer toe, met een donker album dat bij elke beluistering nieuwe lagen onthult. En dat - voor de oplettende geologen onder ons - niettemin een spleet licht openlaat: zonder goddelijke gids is de zin van het bestaan onzeker, en dus moeten we de leegte op andere manieren vullen. Zo groeit ‘Molok’ uit tot een pleidooi voor zingeving op een pluralistische basis.

4 november 2015
Christoph Lintermans