Githead - Waiting For A Sign
Swim
Kijk wie daar komt aangescheurd na vijf jaar afwezigheid. Het is Githead, het zijspan van Wire-piloot Colin Newman. En natuurlijk zetten we de poort wagenwijd open. Want we herkennen het typische, hypnotiserende motorgeluid al van ver. ‘Waiting For A Sign’ breekt dan ook niet radicaal met het verleden. De negen nieuwe nummers - ook al tippen ze niet aan vroeger werk - ademen wel meer spontaniteit dan tevoren.

De band geeft daar zelf een verklaring voor: Githead trok de studio in zonder ook maar een woord of akkoord op papier. Niet zomaar een studio trouwens, maar Rockfield, waar rocklegendes als Freddie Mercury en Lemmy resideerden. De vier githoofden pakten hun instrumenten en begonnen te spelen. Wat daaruit voortvloeide, werd de basis van ‘Waiting For A Sign’. Newman knutselde er nummers mee. Spontaniteit dus.
Gedenkwaardigheid is natuurlijk wat anders. To Somewhere heeft het. Het is een onverstoorbare groove met wel vier gitaarpartijen, die emotioneel openbloeit wanneer Malka Spigel na een drietal minuten begint te zingen. Het is de zuivere magie van vier eigenzinnige krachten in een studio: postpunkicoon Colin Newman, bassiste Spigel en drummer Max Francken (de ritmesectie van Minimal Compact), en elektronicus Robin Rimbaud (aka Scanner).
Ook opener Not Coming Down - met zijn koele eighties-intro en shoegaze-wending - klinkt geïnspireerd. Colin en Rimbaud breien dikke gitaartapijten; drummer Max Francken speelt rechtdoorzee, met een metronomische precisie. En Spigels bas dreunt de concurrentie op een hoopje. Voor de zang spraken Newman en Spiegel – man en vrouw – een beurtrol af.
Bij een nieuwe aanpak hoort ook een nieuwe set risico’s. En inderdaad: niet elk experiment is een voltreffer. Zo kabbelt het wiegende, instrumentale Slow Creatures doelloos zijn einde tegemoet. Nagenoeg zonder sfeer of melodie. Kortom: de eerste Githead in vijf jaar tijd laat je achter met een dubbel gevoel van vrijheid en vrijblijvendheid. We zijn blij dat er eindelijk een teken van leven is, maar over het algemeen is ‘Waiting For A Sign’ eerder modaal dan memorabel.