Glass Hammer - Perilous

Sound Resources

De coverplaat van het nieuwe album ‘Perilous’ lijkt een andere richting te suggereren voor Glass Hammer. Toch klinken de progrockers uit Tennessee hier nauwelijks verschillend van de twee vorige platen ‘If’ en ‘Cor Cordium’, waarop Schendel en Babb de huidige line-up met Yes-zanger Jon Davison en gitarist Alan Shikoh introduceerden. Verwacht dus opnieuw een sound die herinnert aan ‘Fragile’ en ‘Going For The One’.

Perilous



Toch onderscheidt ‘Perilous’ zich van zijn voorgangers door het concept, dat – hoewel in dertien delen opgesplitst – als één stuk muziek moet werken. Daarin slaagt het ook, maar het neemt niet weg dat het album als een trilogie is opgevat.

Al vanaf de eerste suite (delen één tot vier) valt op hoe uitgebalanceerd alles klinkt, tussen symfonische grandeur en meer ingetogen, lyrische passages. Sluw opgebouwd ook, met het pianomotief in opener The Sunset Gate dat vooruitwijst naar de finale.

Een tweede songcyclus introduceert in We Slept, We Dreamed de pastorale klank van fluiten en Latijnse koralen. Ook The Years Were Sped (met fraaie arpeggio’s) biedt de luisteraar spirituele verheffing. Veel vintage versieringen ook. In Our Foe Revealed wordt de onthulling luister bijgezet door de Moog van Fred Schendel. En Steve Babbs basloopjes op de Rickenbacker geven Toward Home We Fled vleugels.   

Het laatste kwintet songs treft de voorbereidingen voor een grootse finale. De ballad In That Lonely Place wordt gedrenkt in een bad van mellotron, vooraleer de engelenstem van Amber Fults zich comfortabel nestelt naast die van Davison. In Where Sorrows Died And Came No More duikt het prospectieve element uit de ouverture op. Na een zinderend orgelpunt is de cirkel rond.

Toegegeven, Glass Hammer begeeft zich op platgetreden paden. Met een zanger die klinkt als een kloon van Jon Anderson en een gitarist die een perfecte Steve Howe-imitatie brengt, kan de kritiek weer aanzwellen dat het allemaal al eerder is gedaan. Maar ‘Perilous’ getuigt opnieuw van het uitmuntende vakmanschap van deze band. En zolang dat het geval is, is die kritiek irrelevant.

28 november 2012
Christoph Lintermans