Godsticks - Emergence
Eigen beheer
Na ‘The Envisage Conundrum’ handhaaft dit powertrio uit Zuid-Wales de hoge standaard die men met nauwelijks twee albums heeft weten op te bouwen. De band fuseert progrock met heavy funk en komt zo tot unieke resultaten. Niet vies van een beetje beuken wemelt het ook op derde schijf ‘Emergence’ van de weerbarstige ritmes. Waarschuwing aan de argeloze luisteraar: dit is niet voor doetjes. En het klopt: het is geen hapklare brok, maar de volhouders worden beloond.

Godsticks gaat zoals steeds tot het gaatje. Er wordt tot ver voorbij de komma gemusiceerd, elke millimeter is optimaal benut. Het laatste waar je hen van kunt betichten, is een rechttoe rechtaan stijl. Charles heeft bovendien flink wat lappen tekst te zingen. Toch krijg je nergens het gevoel dat alles dichtgetimmerd zit. Die afwezigheid van claustrofobie is te danken aan de kraakheldere mix en het dynamische geluidsbeeld.
De naam van de band verwijst naar religieuze voorwerpen van de Maori op de eilanden in de Stille Oceaan. Lokaal zijn deze afgodsbeeldjes bekend als Tiki-Wananga. Instructies: steek de punt in de grond en pak de figuur in met touw. Wanneer je tijdens het gebed ondervindt dat de god niet voldoende aandacht geeft, span het touw aan zodat je de god een draai geeft . Maar wees voorzichtig, anders wordt de god duizelig!
De Maorigoden blijven Darran Charles (zang, gitaar en keyboards), Dan Nelson (5-string bas) en Steve Roberts (drums en keyboards) in elk geval gunstig gezind. Bij een ongeoefend luisteraar is de kans op duizeligheid wel reëel, maar voor de doorgewinterde progfan houden de vele onverwachte wendingen en de tegendraadse ritmepatronen het net interessant.
Charles is ook gegroeid als zanger, luister maar naar zijn fraseringen in Below the Belt of One Percent. Met multitrack vocalen en achtergrondstemmen van o.a. Bruce Soord (The Pineapple Thief) is er meer aandacht voor harmonie, waardoor de muziek nog meer reliëf krijgt. Ook het gebruik van koperblazers in Lack of Scrutiny voegt wel degelijk iets toe.
De tien wervelende tracks op ‘Emergence’ maken opnieuw duidelijk dat prog helemaal niet museaal en belegen hoeft te zijn. De frisse gitaarpartijen van Charles hebben meer oog voor textuur dan solistische uitstapjes, zodat egotripperij uit den boze is. De ritmesectie van Nelson en Roberts legt een stevige groove. Zet Jeff Berlin en Mike Portnoy samen in één ruimte, en het resultaat zou gelijkaardig klinken. Evenwel niet als een uit de hand gelopen jamsessie, maar als hechte songs met kop en staart.