Great Lake Swimmers - New Wild Everywhere
Weewerk
Wie steeds op zoek is naar nieuwe geluiden, is bij Great Lake Swimmers aan het verkeerde adres. Tony Dekker is altijd op zoek naar de perfecte song, maar blijft binnen het genre dat hem ligt. En dat mag. Zeker als je over het talent beschikt om die songs toch steeds de nodige schakeringen mee te geven. Met andere woorden: ‘New Wild Everywhere’ is hetzelfde, maar dan anders.

De belangrijkste toevoeging/verandering heeft te maken met de arrangementen. Op deze plaat hoor je al eens een viool, wordt al eens een piano bovengehaald. Dat werd al aangekondigd met single Easy Come Easy Go, waarin een fiddle wordt bovengehaald en ook de piano krijgt een – zij het eerder beperkte - plaats. Uiteraard zijn het nog steeds gitaar, bas en drums die domineren, maar toch. Nu wil het toeval dat wij dit nummer niet meteen het beste van dit album vinden. Daarvoor is het te glad, te veel een, ja, … single. Het bekt lekker weg, je kan er lekker op meewiegen, maar het gaat allemaal te vlot.
Geef ons dan maar het met haperende drums getooide en bijzonder boeiende The Knife, waarop Dekker zijn zangstem bijna tot praten herleidt. In het refrein krijgt hij de hulp van Miranda Mulholland, die intussen ook deel uitmaakt van de band, waardoor dat refrein in combinatie met de uitgekiende cimbalen meer diepgang krijgt. Dit zijn de songs waarvoor wij op het puntje van onze stoel gaan zitten. Zijn smeekbede “Cut me free / Send me home” klinkt bovendien bijzonder gemeend.
Opnieuw is er sprake van een mooi uitgebalanceerd evenwicht tussen trage en meer uptempo songs. Het titelnummer sluit misschien nog het meest aan bij de uptempo nummers van voorganger ‘Lost Channels’. De ritmiek sleurt je onhoudbaar mee en geeft meteen je humeur een boost. Dit zijn de Swimmers zoals wij ze hebben leren waarderen. Het deuntje nestelt zich met veel enthousiasme op je auditieve sensoren om zich daar schrap te zetten.
Liefhebbers van de slow songs kunnen zich volop laven aan Cornflower Blue dat ook ons definitief over de streep trok. Dat je tegenwoordig trouwens nog maar zelden een korenbloem tegenkomt, heeft daar voor ons persoonlijk ook in meegespeeld. En is dat niet wat je met een song wil bereiken: je persoonlijk aangesproken weten. Great Lake Swimmers slagen daar met deze plaat meermaals in.
Opvallend is ook de in het Frans gezongen afsluiter Les Champs De Progéniture, dat eigenlijk een remake is van het ook op deze plaat prijkende Fields Of Progeny. En het heeft enige tijd gevraagd voor we dat doorhadden. De Franse versie lijkt dan ook meer tegen de demo aan te leunen, ook al is de basis hetzelfde, met de steeds hoger klimmende banjo als hoogtepunt.
Great Lake Swimmers hebben het hem weer gelapt. Ook hun nieuwe plaat is toegankelijk en open, biedt troost waar het moet en zorgt, indien nodig, zelfs voor een goed humeur. Met ‘Lost Channels’ hadden ze al een goede plaat gemaakt, maar dat hebben ze met dit album waarschijnlijk overtroffen. En dat moet het doel van elke artiest zijn.
Great Lake Swimmers speelt op 16 april in de Botanique, op 17 april in de 4AD in Diksmuide en op 27 april in de Warande in Turnhout.