Guy Garvey - Courting The Squall
Polydor
Niets is moeilijker om te recenseren dan een soloplaat of een nieuw project van een vooraanstaand lid van een grote groep. Want waar de artiest in kwestie het als iets compleet nieuws gaat beschouwen (zie recent The Arcs, EL VY en nu ook Guy Garvey) gaat de recensent automatisch raakpunten en verschillen zoeken met wat voorafging. Zo ook met ‘Courting The Squall’, een plaat die vooral begint te schitteren wanneer ze de verschillen met Elbow benadrukt.

In de aanloop naar zo'n release probeert de recensent van het gekende referentiekader weg te manouvreren en het project als nieuw te beschouwen. Net als Matt Berningers EL VY is Guy GarveyS soloplaat als een droom van lange duur. Want hoe fijn het ook toeven is bij zijn kompanen van Elbow, het blijft een groep. En in een groep kan je nooit helemaal je eigen ding doen. En dus vroeg Garvey toestemming aan de andere leden – zo vriendelijk is hij wel – om de groep even op pauze te zetten, trommelde hij wat muzikale vrienden op en is er nu ‘Courting The Squall’ waarvan Angela’s Eyes als eerste single werd vrijgegeven.
Dat nummer toonde zich weerbarstig en lastig te grijpen en in Elbow-termen eerder te plaatsen in de periode ten tijde van ‘Asleep In The Back’, toen de groep nog nummers maakte als Bitten By The Tailfly. En toch is het ook nieuw; met name door de nadrukkelijke aanwezigheid van de synths. En je begrijpt waarom Garvey even van Elbow weg moest om dit stukje muziek te maken; het klinkt ongerijpter, minder beredeneerd en wilder dan een compositie van Elbow.
Harder Edges en Belly Of The Whale zijn duidelijk samengesteld uit hetzelfde DNA: de drums trekken het nummer naar zich toe, de blazers maken het af en het geheel is uiterst dansbaar, iets dat we nooit met Elbow in verband hebben gebracht. We kunnen niet wachten om Guy Garvey hierop met zijn kont te zien schudden.
En hoe mooi is Electricity, het complete tegengestelde van dit tweetal. De stem van Garvey zit naar achteren gemixt waardoor het nummer iets van een jazztraditional krijgt. De vrouwelijke stem is trouwens die van Jolie Holland, één van de oprichters van The Be Good Tanyas.
Toch zijn er ook raakvlakken met Elbow. Hoe kan het ook anders na twintig jaar? Waar Garvey in Angela’s Eyes nog ruwer en wilder klonk, is zijn zoetgevooisde, zalvende stem weer helemaal terug in de titeltrack. En Unwind is het soort traag opbouwende nummer vol details waar je geduld voor moet opbrengen, het soort nummer waar Elbow al jaren een patent op heeft.
De plaat als geheel is een beetje wennen. En aan twee nummers – Juggernaut en Yesterday – raken we niet gewend. ‘Courting The Squall’ is het laboratorium van Guy Garvey: een beetje Elbow, een beetje jazz, een beetje funk en nog een beetje van dat alles door elkaar. Garvey heeft gewoon gedaan waar hij zin in had en heeft zich hoorbaar vermaakt. En dat is voldoende.