Hercules & Love Affair - Blue Songs
Moshi Moshi
Ja! Hercules And Love Affair kan ook zonder de medewerking van Antony Hegarty (van Antony & The Johnsons) fantastische songs maken. Veel Chicago-house invloeden, een resem nieuwe stemmen en vooral het creatieve talent van producer, songwriter en transseksuele paradijsvogel Andy Butler zorgen ervoor dat wij bij het beluisteren van een heel groot deel van ‘Blue Songs’ oprecht gelukkig worden.

Een even spannende en succesvolle opvolger van een alom geprezen debuutalbum uitbrengen is traditioneel moeilijk. Vaak wordt – al dan niet onder druk van de platenmaatschappij – teruggegrepen naar de commerciële succesformule ten koste van creativiteit en vernieuwing. Hercules And Love Affair brachten in 2008 zo’n debuut uit. Pers en discoliefhebbers prezen vooral de aanstekelijke hit Blind, waarvoor Antony Hegarty de vocals verzorgde. De samenwerking tussen beide androgyne divas gaf vuurwerk.
Geen Antony te bespeuren op de “moeilijke” tweede plaat van de bevestiging. Ook geen zangeres Nomi Ruiz, producer Tim Goldsworthy en bassist Tyler Pope. Zij worden vervangen door onder andere de Venezolaanse zangeres Aerea Negrot, Shaun Wright en Bloc Party's Kele Okereke. Met wisselend succes dragen zij bij tot een album dat duidelijk geïnspireerd is op de Chicago-housescene uit de periode 85-94, waar muzikale goden Marshall Jefferson en Frankie Knuckles de plak zwaaiden.
'Blue Songs' is in veel opzichten een ode aan hen, maar blijft door de toevoeging van futuristische disco-elementen en androgyne stemmen, die verschillende octaven aankunnen, uit de greep van misplaatst herkauwsel. Goed voorbeeld is de geweldige single My House. Een ware hommage aan de old school Chicago-house, maar eveneens een kritische terugblik op de scene van toen (“My House is in order”, herhaalt Shaun Wright). De bijhorende videoclip, gebaseerd op het tv-programma ‘The New Dance Show’ dat van eind jaren tachtig tot midden jaren 90 op een lokale televisiezender in Detroit liep, maakt het plaatje compleet.
Opener Painted Eyes is een al even geslaagde aanstekelijke wervelwind vol swingende strijkers. We hebben het normaal niet zo voor strijkers in pop, rock, disco of house, maar Hercules And Love Affair bewees al met Theme from Hercules uit hun debuut dat het bij hen wél werkt. Bovendien worden ze hier geplaatst tegenover een meeslepende beat en de wonderlijke stem van Negrot die idiote vragen over eeuwigheid stelt: “How can you make forever? How can you make always?” Hot Chip meets Sylvester. Heerlijk!
Ook I Can’t Wait en Leonora zijn pareltjes. Eerstgenoemde bevat twee verschillende vocale delen en evolueert van een optimistische sound uit de jaren negentig naar een sombere, robotachtige sfeer. Leonora verenigt dan weer kracht met eenvoud en hoort dankzij de prachtige pianopartijen thuis in de categorie van het beste wat Hercules And Love Affair ons al gebracht heeft.
Het is dan ook schrikken wanneer we daarna het slappe, flauwe popliedje Boy Blue voorgeschoteld krijgen. Ook Kele’s inbreng op Step Up is even plat en banaal als al zijn ander werk van het voorbije jaar.
'Blue Songs' eindigt met een zes minuten durende cover van Sterling Void’s It’s Allright uit 1987. Waar The Pet Shop Boys er in 1989 nog in slaagden dit nummer succesvol te coveren, vervalt de versie van Hercules And Love Affair tot een humanitaire discoballade, die niet alleen geen beats, maar ook geen geen ziel bevat.
Toch blijven er nog acht uitstekende nummers over, zodat we ‘Blue Songs’ nog net kunnen bestempelen als een geweldige plaat, die de sfeer en avontuurlijke energie van vroege, extatisch desolate raves oproept. Resten ons enkel de vragen waarom er twee draken van nummers op het album staan en wat Kele nu precies komt doen.