Interpol - Interpol
Matador Records
Sinds hun debuut ‘Turn on the Bright Lights’ heeft Interpol wereldwijd miljoenen platen verkocht. Ze waren mede verantwoordelijk voor de heropleving van postpunk en werden vaak gezien als een soort herboren Joy Division. Maar intern draait het lang niet zo goed in de rangen van Interpol. Carlos D, de bassist, speelt op dit vierde album zijn laatste noten en nu hij de band heeft verlaten staat de toekomst van Interpol wankel.

Wanneer een gevestigde waarde zoals Interpol een album naar zichzelf noemt, borrelen de omineuze gedachten op in ons aller brein. Meestal gaat het dan over een laatste schot richting succes, met een flauw afkooksel van de glorie van weleer als resultaat. Slappe titel, slappe plaat, zeg maar. Jammer genoeg krijgt ons brein wel degelijk gelijk, Interpol ligt overhoop en ‘Interpol’ is dan ook een zootje.
Carlos D trok eropuit om zijn eigen ding te gaan doen en zijn baslijnen zijn zowaar met misnoegen doordrenkt. Waar mister D vroeger de drijfveer was, klinkt hij nu alsof hij er allemaal geen zin meer in heeft. Ook de rest van de band ligt een beetje in de knoop. Volgens drummer Sam Fogarino is ‘Interpol’ een terugkeer naar hun debuutalbum, terwijl frontman Paul Banks zei dat het daar in de verste verte niet op leek.
Lights werd als gratis single ter beschikking gesteld op de website van Interpol en was een beetje een voorsmaakje met een bittere nasmaak. De rest van het album is immers niet op hetzelfde niveau. Buiten Lights en Barricade kruipt ‘Interpol’ voort als een slak op anker. Het ding is bijzonder zweverig en soms is het moeilijk om je aandacht erbij te houden. Op een bepaald moment vergeet je zelfs dat het überhaupt opstaat. De nadruk ligt niet meer op de energieke drum en baslijnen, maar alles drijft nu op een zee van synthesisers, een verandering die ons stiekem een beetje doet denken aan die van Editors.
Het is echter niet met haat dat we dit album bejegenen, het is met hartzeer. Want ‘Interpol’ had potentieel, veel potentieel. Maar het lijkt onafgewerkt. Sommige momenten naderen de grens van het briljante, om dan stomweg op de grond in stukken te breken. Always Malaise (The Man I Am) is prachtig, maar het begint zo saai dat het een hele klus is om ervan te genieten. Al is de helft van het nummer best goed, de rest is rommel die we niet nodig hadden. ‘Interpol’ is een beetje zoals diamanten zoeken in de gft-bak. The Undoing is bijvoorbeeld een sterk nummer, maar blijkbaar is het nodig om een minuut op te bouwen vooraleer een nummer gespeeld kan worden. En deze manier van denken is epidemisch op 'Interpol'.
Oké, het is geen geweldig album, maar als Interpol zich kan herpakken en slimmer muziek gaat schrijven én een goeie nieuwe bassist vindt, wacht ons een schitterend album. Hopen we.