Islands - Arms Way
Rough Trade
Af en toe kom je er gewoon niet uit. Dan moet je een oordeel vellen over een album, maar kom je niet tot een eenduidig besluit. De ene keer ontdek je prachtige dingen, de volgende keer vind je het maar niks. ‘Arms Way’ van Islands is zo’n album.

Islands verrees in 2005 uit de as van de Canadese band Unicorns. Aanvankelijk was het vooral een collectief met Jamie Thompson en Nick Thorburn aan het roer. Violen hadden al van bij het begin een belangrijk aandeel in het geluid van de band. In 2006 hield Thompson de band echter voor bekeken, waarna Thorburn uitdrukkelijk het voortouw in handen nam. De combinatie van gitaarpopliedjes met een serieuze scheut violen is echter gebleven.
Dat wordt al meteen duidelijk bij opener The Arm, dat wordt ingeleid door zachte violen om uit te barsten in een pittige riff en een prima refrein. Ook Pieces of You en J’Aime Vous Voir Quitter zijn best goede nummers, al hebben wij de indruk dat het allemaal van het goede een beetje te veel wordt. De eerste vier nummers (dus ook Abominable Snow, een nummer dat al door Unicorns werd gespeeld) zijn te gelijkaardig waardoor de plaat aan het begin een beetje lijkt in te zakken. Je hebt dan ook al gauw de neiging om de skipknop op te gaan zoeken.
Beschouw het als een heet bad. Aanvankelijk zal de hitte je huid rood kleuren en lijkt het of je door duizend naalden wordt geprikt. Eens je de eerste pijn echter hebt doorstaan, wordt het pas echt genieten. Met Creeper gooit de band het meteen over een andere boeg. Een discobeat met daarover een leuk gitaarloopje doet je wakker schieten. Het concept van dit nummer is zo eenvoudig dat het lachwekkend lijkt, maar toch werkt het.
De eentonigheid van de eerste vier nummers is dan ook in één klap vergeten, want ook Kids Don’t Know Shit loont meer dan de moeite. Dit is gewoon prima popmuziek zonder al te veel franjes. Niet dat het de luisteraar altijd even makkelijk wordt gemaakt: I Feel Evil Creeping In is een donkere song, die je eerst spelend in je hete bad lijkt onder te dompelen om je dan met geweld onder te houden. En Thorburn geniet ervan: “When I behave nobody cares / When I behave badly nobody dares”. Diezelfde donkere gedachten lopen trouwens als een rode draad door dit album.
Nu hebt u misschien de indruk dat wij dit best een goed album vinden, maar eigenlijk weten we het gewoon niet. Misschien klinkt het beter als je troost zoekt, als je je slecht voelt, maar het kan even goed een prima middeltje zijn om je hoofd uit de wolken te halen. Zeg in elk geval niet dat we u niet gewaarschuwd hebben.