J. Roddy Walston & The Business - Essential Tremors
Ato Records
‘Essential Tremors’ is de derde langspeler van J. Roddy Walston & The Business, maar de eerste die de redactiedesk haalde. En jongens, wat is dit een leuke plaat! We sloten de iPod aan op het Harley Davidson Sound System, gaven vol gas en scheurden met Walston en zijn Business over een zonovergoten E34 richting kust (we wish).

De titel van de plaat verwijst naar de ziekte die het zenuwstelsel van de frontman sinds lang teistert waardoor zijn handen soms oncontroleerbaar trillen. Vrij lastig voor een zanger/ gitarist. Maar in plaats van zich nog te schamen voor zijn aandoening, komt hij er nu open voor uit op deze plaat die deels gaat over het omhelzen van de eigen eigenaardigheden.
Verwacht je op dit schijfje aan potige rock-‘n-roll met zowel een soul- als een punksausje, waarschijnlijk allemaal bedacht achter het gordijn dat de cover van de cd siert. Geen idee wat er achter zit, want de hond houdt de wacht.
In opener Heavy Bells laat Walston meteen het beest in zich los en schreeuwt hij zijn stembanden tot gort nadat de eerste vijftig seconden misleidend als een briesje langswaaien. De bas en de drums pompen dusdanig dat onze benen spontaan iets uit elkaar gaan en wij wijdbeens mee beginnen deinen.
Nog meer brutale energie op Sweat Shock, dat op maat lijkt gesneden van metalfans met Indiaanse roots. Na de wall of death en de moshpit straks allemaal rond de totempaal? En wat te denken van Hard Times? Een zuiders klinkende rocker zoals ze alleen in het zuiden van de VS kunnen ontspruiten met ook hier weer de bas in een hoofdrol op een ritme van zuigende oliepompen.
Fans van een stevige bas komen nog wel meer aan hun trekken. In het donkere maar verleidelijke Black Light zorgt de bassist voor een killer van een intro en dezelfde riff komt in de rest van het nummer nog verschillende keren voorbijrollen.
Take It As It Comes katapulteert ons dan weer naar de rock zoals die in de eerste jaren moet hebben geklonken met een gammele piano à la Jerry Lee Lewis en een koortje dat geen doowop zingt, maar wel die sfeer oproept.
Weer iets helemaal anders is de plakker Nobody Knows waarin we zowaar harmoniezang krijgen. Een leuke afwisseling tussen al het geweld en een mooie inleiding tot het met pedalsteel versierde Boys Can Never Tell waarin Walston bewijst ook echt iets te vertellen te hebben.
In deze tijd van overgeproduceerde platen is het rauwe, pure van J. Roddy Walston en co een verfrissende ervaring. Ideaal voor onderweg, maar overal te genieten tot en met het walsje en afsluiter Midnight Cry toe.