Japandroids - No Singles

Polyvinyl

Ze schieten als paddestoelen uit de grond, zo lijkt het. Tweekoppige bandjes met slechts een zanger-gitarist en een drummer-zanger. We hadden al The White Stripes, The Ting Tings en Blood Red Shoes. Het Canadese garagerockduo Japandroids, bestaande uit Brian King (gitaar/zang) en David Prowse (drums/zang) valt eerder in de categorie van laatstgenoemde. Vorig jaar gooiden de heren hoge ogen met hun debuut ‘Post-Nothing’. Nu komt de band met de compilatie ‘No Singles’. Hierop staan hun eerste twee, in eigen beheer uitgebrachte ep’s ‘Lullaby Death Jams’ (2008) en ‘All Lies’ (2007).

No Singles



Toch vreemd dat het debuutalbum de titel ‘Post-Nothing’ mee kreeg. We horen namelijk op ‘No Singles’ toch duidelijk invloeden uit de postpunk en new wave terug. Al meteen in opener Darkness On The Edge Of Gastown spookt The Cure door de met chorus bewerkte gitaren. Al zou de titel haast doen vermoeden dat het invloeden van Bruce Springsteen bevat.

De songs hebben dus een ander geluid dan het latere werk. Het lijkt wel of ze hier meer tekeergaan dan op het debuut, minder binnen de lijntjes kleuren. Maar of dat nu wel zo goed uitpakt? Nummers als No Allegiance To The Queen, Sexual Aerosol en Lovers/Strangers razen in ieder geval in sneltreinvaart je speakers uit.

Verrassen kunnen Japandroids schijnbaar ook, zij het in minder positieve vorm. Lucifer’s Symphony begint zo rustig dat we ons af vragen of we wel des duivels symfonie kunnen spreken. Maar dan gaat halverwege de track het tempo omhoog. Het geheel wordt overgoten met een bak effecten, waardoor het nummer op gruwelijk wijze om zeep wordt geholpen.

Over de hele linie is de productie ook matig tot slecht. We snappen dat dit genre noisepop wordt genoemd, maar Japandroids nemen het hier wel heel letterlijk. Nummers als Couture Suicide en Coma Complacency vallen nog mee en weten met hun pakkende riffs nog enigszins te overtuigen. Maar Avant Sleepwalk en To Hell With Good Intentions verdrinken opnieuw in een brei van noise. 

Dat de vocalen niet het sterkste punt zijn van King en Prowse moge duidelijk zijn. Dat hoort nu eenmaal bij het geluid van de band, maar op deze oude nummers is het soms gewoon niet om aan te horen. Al helemaal niet als daar ook nog eens de nodige distortion overheen gegooid wordt.

Wel is mooi om te zien hoe Japandroids zijn gegroeid sinds die eerste twee ep’s, en ‘No Singles’ geeft daar een goede indicatie van. Voor de diehardfans is dit dan ook een aanrader. Wie echter denkt dat hij of zij een schijfje krijgt voorgeschoteld dat zich kan meten met het debuut komt toch lichtelijk bedrogen uit.

9 juli 2010
Gregor Dijkman