Jason Isbell And The 400 Unit - Jason Isbell And The 400 Unit

Lightning Rod Records

Altijd een goed teken als een song in je hoofd blijft hangen. Niet dat dat ook maar enige garantie is voor de kwaliteit van het hele album, maar het blijft hoe dan ook een indicator dat dat respectievelijke schijfje iets heeft. Op de titelloze nieuwe plaat van Jason Isbell And The 400 Unit is het Good dat met geen stokken van tussen onze oren weg te slaan is.

Jason Isbell And The 400 Unit



Ook al had Jason Isbell al heel wat songs geschreven vóór hij de Truckers vervoegde, het was pas toen hij de band uit the south tijdens hun Southern Rock Opera-tour vervoegde dat zijn ster begon te schitteren. Met zijn nieuwste plaat is hij het predicaat “voormalig Truckerslid” stilaan ontgroeid. Op dit titelloze album doet hij een gooi naar een bestaan als volwaardig planeet.

Wat het album vooral de moeite waard maakt, is het feit dat er plaats is voor southern rock, zoals we die van Isbell gewoon waren bij de Truckers, maar ook voor soulsongs, waarmee hij Otis Redding concurrentie wil aandoen, of puike en eenvoudige roots die ons aan Steve Earle (Streetlights) doet denken.

Maak u echter geen illusies: Isbell is en blijft een southern boy. Dat blijkt al meteen uit opener Seven-Mile Island, dat ruimschoots plaats biedt aan de zo typische slidegitaar. Maar het is duidelijk dat hij zijn oogkleppen heeft afgelegd en ook andere invloeden toelaat in zijn muziek.

Nu was Isbell sowieso al de meest soulvolle van de Truckers, maar als je een prachtige ballade als Sunstroke hoort, weegt de soul hier wel heel zwaar door. In No Choice In The Matter wordt dat nog duidelijker, bovendien extra onderstreept door de ronduit schitterende blazers, die je meteen terugvoeren naar de Staxhoogdagen. De combinatie met de subtiele gitaarsolo maakt het nummer af en zet het helemaal naar zijn hand.

Maar geen nood, beste Truckersfans, dit voormalig lid weet ook de juiste snaren te raken als het op good old rock-‘n-roll aankomt. Good is zo verdomd aanstekelijk, heeft een pakkend refrein en raakt de rechtgeaarde fan waar het moet: pal in de onderbuik. Ook Soldiers Get Strange is van hetzelfde kaliber, al ligt het tempo hier iets lager en steken de blues en soul opnieuw hun neus aan het venster.

Dat dit een goede plaat is, staat ongetwijfeld buiten kijf. Toch hebben we het gevoel dat Jason Isbell nog meer in zijn mars heeft en het potentieel heeft om een onvergetelijke plaat bij elkaar te spelen. Hopen dus dat wat hij in afsluiter The Last Song I Will Write beweert slechts dichterlijke vrijheid is.

10 augustus 2009
Patrick Van Gestel