Joe Bonamassa - Different Shades Of Blue
Mascot Records
Joe Bonamassa? Is dat niet één of ander soort virtuoos? Als je de gitaristenmagazines mag geloven wel, maar als we ons oor dan te luisteren leggen, hebben we toch onze twijfels. 's Mans nieuwste worp, 'Different Shades Of Blue' (met "All original material") is alleszins geen voer voor fijnproevers. En zeker geen hap voor op de nuchtere maag. Amerikaans, zeker?

Niet dat we iets hebben tegen Amerikanen, maar verfijning en nuance zijn niet echt hun sterkste kant. Dat een Amerikaanse "gitaarvirtuoos" dus vooral hard, snel en vettig moet spelen is niet echt een verrassing. Opener Hey Baby is niet meer dan een intro waar geen song meer voor gevonden werd. Oh Beautiful laat nog een beetje ruimte voor goede wil, al is die riff nu ook weer niet zo wereldschokkend. Goed voor bikertreffens, dat wel.
Maar in alle eerlijkheid: die solo, wat is me dat? Een nogal voos distortionklankje met wat wahwah op en wat reverb, zo uit de hairmetal van de jaren tachtig gepikt en dus niet bepaald 's werelds beste sound. Dan wat legato's en een paar van Hendrix gepikte divebombs, maar het slaat nergens op tot het weer in die (ondertussen vervelende) riff vervalt. De "song" is slechts een vehikel om al eens een stil gezongen stukje af te wisselen met wat gitaargeweld, maar "alles of niets" is, voor zover we weten, geen nuance...
Geheel volgens de standaard voor voorspelbare bluesrockplaatjes is er dan een funkje met Love Ain't A Love Song. Qua clichégehalte past de solo perfect bij de song. En de enige verrassing is zo 'n effectje dat in de jaren zeventig al passé was. Living On The Moon drijft verder op het cliché, maar er wordt dan weer te slordig gespeeld. Ondertussen bedenken we ons dat Bonamassa's stem van ver wat weg heeft van een erg matige Steve Miller.
Als er iets in de buurt komt van een song die we nog wel eens zouden laten horen aan mensen, is het Heartache Follows Wherever I Go. Leuke titel, al is het meer iets voor een countrysong. Goeie melodie in de zang, leuke solo die meer met de song dan met showoff te maken heeft, en voor een keer leuke blazers. Never Give All Your Heart is de obligatoire ballad (met een intro die de mosterd haalt bij Won't Get Fooled Again maar er maar een flauw afkooksel van maakt). En jongens toch, waar de slaggitaar nog aardig ronkt, is de soloklank echt wel zwarte-leren-vesten-en-lange-zwarte-krullen. Ook hier weer een alles-of-niets-dynamiek.
I Gave Up Everything For You 'Cept The Blues is een immens voorspelbaar clichébluesje op zijn Dust My Broom-s, een beetje wat The Lion Sleeps Tonight is voor a-capellagroepen. Gemakkelijk publiekspleasertje, verplichte kost, volledig negeerbaar. In vergelijking is de titeltrack zelfs een verademing: die neigt eerder naar die lerenbroekenrock uit de jaren tachtig - Boston, Scorpions en dat soort dingen. Get Back My Tomorrow zou ook nog menselijk zijn, ware het niet dat de tekst zo tenenkrullend - daar zijn we weer - de cliché's aan elkaar rijgt.
Daarna moeten we ons een beetje richting N'Awlins verplaatsen, maar wat Bonamassa op Trouble Town probeert deed Dr.John in de jaren zeventig al duizend keer beter. Nog een traag bluesje om af te sluiten. So What Would I Do? Die "virtuoos" in de doos met gedateerde jarentachtigplaten steken, samen met een paar Satriani-platen en een leren vest met chromé nageltjes. De Kringwinkel wil ze niet, maar misschien is het wel iets voor de carnavalwinkel hier om de hoek.