Jonathan Jeremiah - Oh Desire

PIAS

We spraken Jonathan Jeremiah nu al twee keer en hij is every inch a gentleman. Zo klinken zijn platen ook: aardig, altijd vriendelijk. Het is vakmanschap, maar wel vakmanschap dat ons bij elke plaat minder in vervoering weet te brengen. Bij 'Oh Desire' lijkt de rek er wat uit.

Oh Desire



‘Oh Desire’ heeft een duidelijk midden, begin en einde, aangegeven door de instrumentale nummers One, Seven en Thirteen. En hier is het opnieuw hetzelfde: aardige vondst, maar tegelijkertijd ook een beetje overbodig. Jeremiah wilde hiermee zijn nieuwe plaat een filmisch karakter geven, maar daarvoor heeft zijn nieuwe plaat een te magere plot meegekregen.

Alles aan ‘Oh Desire’ straalt uit dat het goed gaat met Jonathan Jeremiah en dat hij met volle teugen van het leven geniet. Daar is niets mis mee, maar getroebleerde artiesten of kunstenaars zijn nu eenmaal vaak interessantere dramatis personae. Maakte Mark Oliver Everett niet zijn zwakste plaat toen hij zo gelukkig was?

Wild Fire is nog een tikkeltje opzwepend, maar wanneer hij in Arms zingt “In my loving arms / is where I want to keep you” hebben wij het gevoel dat we hem storen in de intimiteit.

Los daarvan zijn de nummers op ‘Oh Desire’ goed gemaakt. Vakmanschap. In Arms bijvoorbeeld zitten de strijkers net genoeg naar achter gemixt om niet alle aandacht naar zich toe te trekken, maar zijn ze nog opvallend genoeg om het verschil te maken. En in The Birds is het instrumentarium zo kaal dat het goed doet.

‘Oh Desire’ biedt te weinig afwisseling en mist wat vuile onafgewerktheid om je bij de les te houden. De nummers zijn net niet onderling inwisselbaar, maar laat er twee of drie random horen en we weten niet of we er, na de plaat nu toch al een tiental keer te hebben opgelegd, een titel op zouden kunnen kleven. 

Wanneer de grijze wolken, windstoten en regenbuien overgewaaid zijn en de zon in ons gezicht schijnt van zodra we de gordijnen opentrekken proberen we ‘Oh Desire’ nog eens op te leggen. Wanneer komt anders een nummer als The Birds echt tot zijn recht? Of Smiling, een nummer dat op zich mooi is, maar bijna banaal aandoet?

We zijn blij voor Jonathan Jeremiah dat hij de kans krijgt waar hij zijn leven al van droomt, maar zijn platen blijven te veel kabbelen. Jeremiah maakt platen als een ruisend beekje, terwijl ze een trotse rivier zouden moeten zijn.

Op 12 mei speelt Jonathan Jeremiah op Les Nuits Botanique.

7 april 2015
Geert Verheyen