Josh Ritter - Sermon On The Rocks
Pytheas Recordings
Josh Ritter blijft een productief baasje. Na het goed onthaalde ‘The Beast In Its Tracks’ uit 2013, zijn achtste album (live-album ‘In The Dark’ inbegrepen), is er nu ‘Sermon On The Rocks’. De songsmid blijft knappe liedjes produceren, al is het album niet altijd van een even hoog niveau. De titel van de cd is meteen ook een grote knipoog naar de religieuze thema’s die Ritter aanraakt.

De plaat blijft ergens verfrissen en inspireren. Dat Ritter de lat hoog legt voor zichzelf op dat vlak blijkt ook nu weer een pluspunt. Dat hij behoorlijk uitbundig klinkt mag een extra troef zijn. De veelgeprezen Amerikaan, die schatplichtig is aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan, ging deze keer voor de productie te rade bij Trina Shoemaker die al eerder leuke cd’s afleverde met Queens of the Stone Age en Emmylou Harris.
Sermon betekent letterlijk natuurlijk preek. Geen toeval, want Ritter verkondigde in interviews dat hij op zijn nieuwe plaat vooral “messiaanse, orakelachtige honky-tonk” wilde spelen. Dat staat toch in contrast met zijn vorige plaat. Dat was immers een autobiografisch album over zijn scheiding en vooral de verwerking ervan.
Wat opvalt is dat deze cd toch wel een echte productieplaat is geworden. Dat hoor je aan de hoeveelheid geluidseffecten. Songs als Cumberland en Big Enough Sky leunen in die zin nog het dichtst aan bij het oudere werk. Liedjes die live en akoestisch al eerder werden gespeeld en toen klonken als gewone country-liedjes.
In de pers liet Ritters management al weten dat deze nieuwe plaat hem naar een "next level" zou brengen, maar daar mag aan getwijfeld worden. De plaat zal uiteraard aanslaan bij de huidige schare fans, maar we durven te betwijfelen of hij hiermee nieuw clientèle zal aanboren.
Ritter is immers vooral een echte schrijver, een woordkunstenaar. En daarvan gaat voor ons, niet-Engelstaligen, toch heel wat verloren. Zijn teksten zijn ook op de nieuwe cd zeer "wordy". Enerzijds is er de woordenvloed en tegelijk het spel met al die woorden. Het doet denken aan de stijl van Waylon Jennings en Willie Nelson.
Pluspunt blijft dat Ritter verhalen vertelt, die we allemaal kennen, maar blijft dat doen op een eigen manier: door er een humoristische twist aan te geven, zoals in Young Moses. De plaat werd in New Orleans opgenomen en de daar heersende, zorgeloze spirit klinkt nu en dan duidelijk door in catchy nummers als Getting en Where The Night Goes.
Ritter, die ook als auteur hoge ogen gooide met zijn roman ‘Bright’s Passage', speelt de komende maanden ook uitgebreid in de States met zijn groep, The Royal City Band. Van Europese data is vooralsnog geen sprake.